Puur toeval

Je gelooft het misschien niet, maar we namen deze weg eigenlijk puur toevallig zonder zelfs te weten dat het de hoogste van Europa is. Onze drang naar avontuur dwong ons om de langste weg naar de Côte d’Azur te nemen, via het Meer van Genève. Deze weg werd in 1860 gebouwd in opdracht van Napoleon III en kreeg pas in 1964 zijn huidige vorm.

De hoogste van Europa, echt?

Ach nee, als je goed zoekt, vind je nog wel wegen die hoger klimmen dan dat. Maar de grote meerderheid ervan is alleen toegankelijk met een terreinwagen. Het is ieder geval een van de hoogste, vlot berijdbare wegen. Bijzonder is dat de weg als een lus rond de top loopt en het is precies dat geasfalteerde stuk dat een ‘recordhoogte’ bereikt van 2.802 meter.

Sport of comfort? Comfort

De Ronde van Frankrijk passeerde er al vier keer, maar onze ambities waren bescheiden. In plaats van een T-shirt doorweekt met zweet verkies ik toch een goede geluidsinstallatie en fijn afgestelde klimaatregeling. In een comfortabele break zoals de Volvo V60 bijvoorbeeld, uitgerust met de D3-diesel met 163 pk en, om onze taak nog gemakkelijker te maken, een automaat. De V60 weet ons qua comfort echt te verwennen. Ergonomie, afwerking, filtering van de ophanging, geluiddemping: allemaal zeer geslaagd.

Langzaam maar zeker

Van begin tot eind leggen we bijna 24 kilometer af met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,7 procent. De 163 paarden worden op de proef gesteld, zeker omdat onze V60 zwaar beladen is. De Volvo voelt zich nochtans helemaal op zijn gemak en getuigt van Scandinavisch flegma. De remmen verzwakken niet, de precieze besturing laat toe om hem exact in de bocht te zetten en de vijf cilinders grommen in koor bij het uitrijden van de bochten. Zoals op elke Alpencol moet je goed opletten voor wielertoeristen.

En dan zijn er nog de caravans en kampeerauto’s. Het duurde niet lang voor achter zo’n sleurhut reden. Langzaam maar zeker vormde zich een kleine file. Bij bijna elke bocht stond hij stil en we konden de rokende koppeling ruiken. Voor ons geen probleem, de automaat klaart de klus.

Grandioos

Eens we die hindernis voorbij zijn, opent zich een groots landschap. Grandioos … De grote bergtoppen duiken op aan de horizon Vegetatie wordt alsmaar zeldzamer, net als de fauna. We stoppen even om de sfeer op te snuiven. Totale stilte. Geen vogel die fluit, geen waterval, geen blad dat fluistert in de wind (er zijn er geen). Tijd om onze longen te vullen met frisse lucht en opnieuw te vertrekken.

De startmotor heeft wat meer moeite dan gewoonlijk om de vijf cilinders tot leven te wekken. Gezien de steile helling duwen we het gaspedaal wat dieper in. Eens vertrokken verloopt weer normaal. Bocht na bocht bewijst de Volvo zijn homogeniteit. We worden weggeblazen door het schitterende decor.

Te voet

We zijn stilaan aan de top van de bergpas, besluiten de expeditie voort te zetten en nemen de weg naar de top van de Bonette. Nog enkele bochten en we bevinden ons op 2.802 meter hoogte. Aangemoedigd door die indrukwekkende hoogte vatten we het idee op om helemaal tot op de top te klimmen. Dat kan alleen te voet. Eens we uitstappen worden we overvallen door de kracht van de natuur. De windstoten zijn zeer krachtig, de thermometer keldert en zo’n beklimming vergt een pak energie. Het is natuurlijk de Everest niet, maar als eenvoudige sterveling die de Lage Landen gewoon is, is het verschil toch heel groot.

Maar we bereiken de top: 2.860 meter. Een indrukwekkend moment. We putten kracht uit de rust en de kalmte. De horizon wordt gedomineerd door bergpassen en –toppen. De vallei ligt duizelingwekkend diep, zo diep dat we naar adem happen. Geen twijfel mogelijk, deze trip was de moeite waarde.

De foto’s van de Volvo werden genomen aan het meer van de Mont Cénis. Niet te missen! De andere foto’s zijn van de Col de la Bonette.