Ferrari vestigde een naam in de autosport en dat is vooral dankzij het geld dat de straatauto’s opbrengen. Dat had Enzo Ferrari meteen begrepen. Daarom besloot hij al snel om auto’s te gaan verkopen. De eerste was de 166, die beschikte over een tweeliter V12. Dit model werd vervangen door de 212 zoals deze, waarin de motor werd vergroot tot 2,6 liter.
Voor het koetswerk moest je elders zijn
Zoals gebruikelijk in die tijd, kocht de klant het onderstel, de motor en de transmissie bij de constructeur en liet hij dat aankleden door een koetswerkbouwer. In het geval van de 212 kende vooral de Italiaanse koetswerkbouwer Vignale veel succes. Hij is verantwoordelijk voor dit extravagante of in ieder geval toch wat vreemde ontwerp.
23/26
De auto met chassisnummer 0285 EU is het 23ste exemplaar op een totaal van 26. Hij kwam terecht bij de Amerikaanse importeur Luigi Chinetti in New York en werd al snel verkocht aan een zekere Theodore Newell Wood, senator van de staat Pennsylvania. Die zou de wagen houden tot het einde van de jaren zestig of het begin van de jaren zeventig. Daarna werden met de hand heel wat zaken aangepast aan de auto, maar hij bleef origineel.
Niet zo duur?
RM Sotheby’s geeft bij zijn veiling in Arizona de unieke kans om eigenaar te worden van deze Ferrari die de tand des tijds opmerkelijk goed doorstaan heeft. De prestaties van de 2,6-liter V12 lijken vandaag misschien bescheiden, maar 170 pk en een vijfversnellingsbak behoorden in die tijd echt tot de top. Met een prijs van 1,1 miljoen dollar (of ongeveer 1 miljoen euro) heeft dit model zeker zijn plafond nog niet bereikt, ondanks zijn exclusieve karakter.