In de eerste plaats rijden er natuurlijk teamwagens mee. Dat zijn er meestal twee per team. Maar hoe zit het met de andere auto’s die niet tot een team behoren? Wie zit er aan boord? Mogen ze zomaar doen wat ze willen? Wij vatten tien weetjes samen over de tourkaravaan.
1. De auto’s hebben een specifieke kleurcode
De rode auto’s zijn de meest bekende. Dat zijn de auto’s van de ASO, de tourorganisatie, met de wedstrijddirectie aan boord. De blauwe vervoeren de VIP-passagiers van de tourorganisatie. De bruine vervoeren de VIP-gasten van de hoofdsponsors, en de grijze vervoeren andere VIP-gasten. De kleurcode geeft ook de hiërarchie mee: de rode auto’s mogen meer dan de blauwe, enzovoort. En de gele auto’s? Dat zijn de neutrale wagens.
2. Heel wat chauffeurs zijn ex-wielrenners
Heel wat renners blijven na hun profcarrière betrokken bij het wielrennen. Vaak worden ze door een team, een merk of een sponsor ingeschakeld om een volgwagen in de tourkaravaan te besturen. Hun expertise is dan ook zeer gegeerd: ex-wielrenners lezen een wedstrijd natuurlijk als geen ander.
3. Niet alle chauffeurs werken voltijds voor een wielerteam of de sponsor
Niet alle chauffeurs zijn nog voltijds met het wielrennen bezig. Sommigen onder hen hebben een hoofdjob die niets met de sport te maken heeft, maar nemen tijdens de Tour drie weken vrijaf om elke dag achter het stuur te kruipen en de etappes van start tot finish mee te rijden.
4. De chauffeurs krijgen een specifieke rijopleiding
Brede boulevards, smalle bergwegen, stralende zon en gietende regen: de touretappes zijn bijzonder gevarieerd. Een auto besturen in het wespennest van een tourkaravaan is dan ook niet zonder risico. Elke chauffeur krijgt daarom een doorgedreven rijopleiding met slipcursus. Zonder die opleiding mag je er niet aan beginnen.
5. Het rijgedrag van de auto’s in de koers wordt streng gecontroleerd
In de tourkaravaan rijdt een auto mee die streng toeziet op het rijgedrag van de volgwagens. Rijden ze te snel of brengen ze wielrenners in gevaar, dan kan er een straf volgen. Die gaat van een waarschuwing tot het schorsen uit de wedstrijd.
6. De volgwagens mogen niet zomaar doen wat ze willen
In principe wordt er een strikte volgorde gehanteerd voor de tourkaravaan: eerst rijdt de commerciële karavaan een heel eind voorop, dan volgen de pers- en VIP-wagens, en dan volgt de wedstrijd. Als er een kopgroep ontsnapt en een voorsprong heeft van meer dan 2’30” op het peloton, mogen de VIP-wagens in de race. De wedstrijddirectie geeft via zijn motorrijders instructies aan de volgwagens.
7. Er rijdt bij de tour een mobiele ploeg mee om de auto’s te herstellen
Hoofdsponsor Skoda alleen heeft meer dan 250 auto’s in de Ronde van Frankrijk rijden. Als die bij een panne of probleem na elke etappe op zoek moeten naar een garage, gaat er heel wat tijd verloren. Daarom reist er steeds een mobiele technische ploeg mee om de auto’s onderweg te herstellen.
8. De auto’s zijn eigendom van de Tourorganisatie
Tourorganisatie ASO is de eigenaar van de volgwagens die in de Ronde van Frankrijk worden ingezet – op de teamwagens na natuurlijk. De organisatie bepaalt ook de bestickering van de Skoda’s.
9. Je kunt een volgwagen kopen
In principe doen de volgwagens een volledig jaar dienst. De grijze auto’s doen alleen dienst in de tour, de rode, blauwe en zwarte rijden de Ronde van Frankrijk en de Ronde van Spanje. Nadien worden hun stickers verwijderd, worden ze indien nodig hersteld en worden ze tweedehands doorverkocht.
10. Een merk levert alle volgwagens
Sinds 2004 is het Tsjechische Skoda de hofleverancier van de volgwagens in de tour. Van 1989 tot en met 2003 was Fiat de leverancier van de volgwagens. De wielerteams zijn natuurlijk vrij om te kiezen welk merk ze voor hun teamwagens willen gebruiken.