De reden waarom de Belgische hulpdiensten minder een beroep doen op de motor, is eigenlijk eenvoudig: kandidaten vinden die tegelijk met de motor kunnen rijden en over de nodige kennis op het terrein beschikken is geen makkelijke opdracht. Misschien zie jij er nog wel een uitdaging in?

1. Als eerste ter plaatse

Febiac onderscheidt drie soorten ambulances: “de ‘gewone’ (voor patiëntenvervoer), die van het PIT (paramedisch interventieteam) en die van de MUG (Mobiele Urgentiegroep met een spoedarts)”. Een motorambulance zou ideaal zijn voor het PIT en de MUG, omdat die sneller ter plaatse kan zijn om de eerste zorgen toe te dienen.

De FOD Volksgezondheid zegt dat er in één zone gebruik wordt gemaakt van motoren: de Antwerpse diamantwijk: “Door de beveiligingsmaatregelen in die wijk, zijn sommige plekken zeer moeilijk of niet snel genoeg te bereiken met een MUG of ambulance. De door ons erkende dienst ‘Hatzoloh’ gebruikt daarom een tweewieler met een first responder die eerste hulp toedient in afwachting van de andere voertuigen.

2. Bloedstalen

Bij orgaantransplantaties kunnen ziekenhuizen moeilijk lang wachten op de voertuigen die de organen transporteren en die vast staan in de file. Daarom gebruikt het bedrijf Control Logistics zeven motoren, voornamelijk tussen februari-maart en september: “Probeer maar eens om 17.00 uur van Gent naar Leuven te rijden... Dan is de motor ideaal.

3. Brandweer

Voor kleine interventies zou een motorrijder als verkenner kunnen uitrukken en de omvang van het incident kunnen bepalen. Febiac zegt: “In Nederland zijn er brandweerkorpsen die een motor met blussysteem ter beschikking hebben om uit te rukken naar kleinere incidenten.”

Tijdens vakantieperiodes in Duitsland zijn er “Stauberaters” of fileraadgevers onderweg die automobilisten informeren over de lengte van de files. Die motorrijders helpen de politie ook bij ongevallen door de plaats af te zetten en zich te bekommeren om de betrokkenen.