Schorpioen
Abarth is sinds kort een onafhankelijke constructeur die de Fiat 500, de Grande Punto en de Punto Evo onder handen neemt. Het merk beperkt zich niet tot enkele simpele esthetische ingrepen.
Als het erom gaat de show te stelen, pakken onze Italiaanse vrienden het zoals gewoonlijk grondig aan. Het koetswerk van de 500 werd verbreed, lager gelegd en bestickerd, kortom alles wat nodig is om op te vallen.
Bovendien komt de mechaniek heel wat krachtiger en luidruchtiger uit de hoek.
Om nog een stapje verder gaan, stelde Abarth voor de 500 en de Grande Punto twee varianten samen die nog wilder zijn: de ‘Esseesse’ en de ‘Super Sport’. Op het menu staan meer vermogen en, uiteraard, een strakker onderstel. Wij testten voor jullie de 500 Esseesse, wat trouwens de meest verkochte versie is van de Abarth 500.
Houten kist
Het bijzondere van de Esseesse is dat het een echte kit is. Alle onderdelen arriveren in een houten kist bedrukt met een schorpioen. ze bevat grotere remschijven vooraan en achteraan, andere schokdempers, een speciale luchtfilter, witte of titaankleurige 17-duimsvelgen en banden, bandendruksensoren, enzovoort. Geen nood: je moet niet zelf aan de slag, de Abarth-garage monteert alles met plezier.
Italiaanse folklore
Behalve het logo verschilt de 500 Esseesse weinig van de klassieke Abarth 500. Niet dat hij discreet oogt, verre van zelfs. Maar het zou overdaad zijn om die sowieso al blitse cocktail nog opvallender te maken. Met de aerodynamische addenda, de uitgebreide striping, 17-duimsvelgen en een verlaagd koetswerk kom je alleszins niet onopgemerkt voorbij.
Monza-uitlaat
Is dat nog niet voldoende? Dan bevelen we je, behalve een afspraak bij een psycholoog, de Monza-uitlaat aan. Of de vriendschap met je buren nog lang zal blijven duren weten we niet, maar de liefhebbers van motorgeluid zullen je graag zien komen.
Vergeet de dubbele Abath-uitlaat: dit exemplaar heeft vier uitlaatpijpen of één per cilinder. Hiermee klinkt de kleine motor klaar en duidelijk. De partituur mag nog dezelfde zijn, de volumeknop kreeg een forse ruk naar rechts. Bij koudstart gromt de motor diep en dreigend. Eens hij op temperatuur is en je hem naar de rode zone stuurt, klinkt hij hard en wild.
Los je het gas, dan laat hij enkele doffe ploffen horen. Meer dan eens zagen we in onze achteruitkijkspiegel de verschrikte blikken van enkele fietsers. Ongelooflijk hoe zo een kleine motor zoveel kabaal kan maken. We vragen ons zelfs af of hij met een vrije uitlaat minder lawaai zou maken. De Italianen hebben er in ieder geval een mooi orkest van gemaakt.
Meer vermogen
Het vermogen klimt van 135 pk naar 160 pk, terwijl het koppel (in Sport-modus) piekt op 230 Nm. Het verbaast dan ook niet dat een pluimgewicht als de 500 uitstekende prestaties neerzet. De topsnelheid bedraagt 211 km/u en in 7,4 seconden spurt hij van 0 naar 100 km/u.
Uitstekend, maar het wordt nog beter bij de hernemingen. Met de korte vijfbak tover je zo het schaamrood op de wangen van de bestuurder van die grote Duitse berline die (heel even) aan je bumper kleeft.
De motor mag dan maar 1,4 liter groot zijn, het lijkt alsof hij veel grotere longen heeft. Op een bochtig parkoers is de motor/versnellingsbak-combinatie een waar plezier. Ook om te horen overigens. Spits de oren en open de ramen. De 500 Esseeese grolt, gromt en ploft en is duivels snel. Schitterend!
Nog meer goed nieuws: de kleine motor is met weinig benzine tevreden. Ook al trokken we geregeld alle registers open en trapten we het gaspedaal tegen de vloer, ons gemiddelde verbruik bedroeg maar 9 l/100 km. Met een voorzichtige rechtervoet is het zonder problemen mogelijk om onder 8 l/100 km te blijven.
Op de weg
Ook positief is dat het vermogen correct naar het asfalt versluisd wordt, maar daar betaal je helaas een prijs voor. De voortrein stuurt messcherp en dankzij de korte wielbasis is de 500 verbazend levendig. Bochtige wegjes zijn dan ook zijn uitverkoren speelterrein.
Bij een sportieve rijstijl ligt de Abarth 500 stabiel op de weg en als je nog een trapje hoger schakelt reageert hij levendig en speels. Het volstaat de Sport-modus in te schakelen, waardoor de stuurinrichting harder wordt en het gaspedaal giftiger reageert. Plezier gegarandeerd.
En dan nu het grote minpunt van de Esseeesse: hij is been- en beenhard. Een basis-Abarth blinkt sowieso al niet uit in zachtheid, maar deze versie doet er nog een grote schep bovenop. Wie in het attractiepark steevast de hevigste en hardste attracties uitkiest, houdt het misschien 150 km uit in de Abarth 500 op onze Belgische wegen. Wie echter tuk is op Frans rijcomfort, laat deze kelk beter aan zich voorbijgaan. De Esseeesse is zo hard dat je nieuwe botten ontdekt in je lichaam, maar wat een plezier om mee te rijden.