Jongeren voelen zich steeds minder aangetrokken tot een technische opleiding. Nochtans liggen de jobs voor het rapen en dreigt het tekort aan goede monteurs, elektriciens en koetswerkherstellers de komende jaren bijzonder nijpend te worden. Automobielfederatie Febiac lanceert samen met enkele partners het actieplan Job on Wheels om jongeren tussen twaalf en achttien warm te maken voor een toekomst in de autosector.

Dat er een probleem is, toont een studie van consultancybureau Roland Berger duidelijk aan. Tussen 2005 en 2010 daalde het aantal afgestudeerden in richtingen voor de autosector met 17 procent. Het blijkt ook moeilijk om de nieuwe werkkrachten in de sector te houden. Van de acht studenten die een studie voor de autosector aanvatten, werkt uiteindelijk amper één persoon nog in de sector vijf jaar na het afstuderen.

Het dalende aantal studenten staat in schril contrast met de noden van de arbeidsmarkt. In 2012 bleven bij garagebedrijven bijna 500 vacatures openstaan bij gebrek aan voldoende opgeleide kandidaten. Tegen 2020 kan dat oplopen tot bijna 2.000 banen, als er niets gebeurt.

Hoog tijd dus om de jongeren meer te motiveren en de verwachtingen van autosector en onderwijs beter op elkaar af te stemmen. Daarvoor pakt sectorfederatie Febiac uit met het actieplan Job on Wheels.

Onderwijscentra

Het onderwijs beter ondersteunen is één van de prioriteiten van Job on Wheels. Aangezien dit een bevoegdheid van de gemeenschappen is, kiest Febiac voor een aangepaste aanpak. Het biedt bijvoorbeeld materiële steun en marketinghulp aan de Centres de Technologie Avancée (CTA) in Leuze-en-Hainaut, Bergen en Namen. Elke school kan deze competentiecentra bezoeken, zodat de leerlingen kunnen oefenen op de nieuwste technologie.

In Vlaanderen wordt de uitbouw van de Regionale Technologische Centra (TRC) verder ondersteund. Anders dan in de CTA’s gaat het hier om een netwerk dat onder meer didactisch materiaal (moderne auto’s, apparatuur, …) uitwisselt tussen scholen. Al 45 technische scholen maken deel uit van dit project, dat officieel gelanceerd wordt op 13 september 2013. Deze scholen ontvangen minstens twee verschillende voertuigen die ze tien weken lang mogen gebruiken.

Cursusmateriaal

Er blijkt ook een grote nood aan uniform en actueel cursusmateriaal. Opleidingscentrum Educam –oorspronkelijk opgericht om werknemers in de autosector bij te scholen ­­­­– voorziet vanaf volgend schooljaar nieuw cursusmateriaal. Klassieke papieren syllabi, maar ook onlinemodules op de website www.autowebtraining.be waar je alles leert over elektriciteit, elektronica enzovoort.  

Vacatures

Ook het zoeken naar een job in de autosector moet beter kunnen. Samen met onze zustersite Jobat ontwikkelde Febiac een platform om vacatures online te plaatsen. Febiac-leden kunnen hun jobaanbiedingen gratis publiceren op www.febiac.be. Sectorfederaties Febelfin (financiën) en Essenscia (chemie) namen al soortgelijke initiatieven.

Meer communicatie

Om het imagoprobleem van automobielopleidingen aan te pakken, wil Febiac ook beter communiceren. Zo komt er een nieuwe website voor leerkrachten, leerlingen en ouders van leerlingen met onder meer een oriëntatietool die je helpt om de juiste school in de buurt te vinden. Job on Wheels wordt uiteraard ook in kijker gezet op het autosalon van Brussel. En Febiac steunt de Belgische deelname aan internationale wedstrijden voor uitmuntende vaardigheden (WorldSkills en EuroSkills) in de categorie autotechniek. De 20-jarige Laurent Tuzzi uit Edingen gaat in juli de eer van de Belgische autotechniekers verdedigen in het Duitse Leipzig.

Erkenning voor vakmensen

Al deze initiatieven moeten de technische opleidingen opwaarderen en het belang van deze beroepen benadrukken.  Of zoals Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet het verwoordt: “Wat zou een minister, een professor, een bedrijfsleider zijn zonder een loodgieter, zonder een elektricien, zonder iemand die onze auto's maakt? Niks. Dus onze samenleving heeft mensen nodig die kiezen voor technische beroepen. Het is tijd dat we die vakmensen opnieuw erkennen.”