De meeste Belgische wagenparkbeheerders verwachten dat hun vloot de komende drie jaar stabiel blijft of uitbreidt. Dat blijkt uit de barometer van het Corporate Vehicle Observatory (CVO), een jaarlijkse enquête die de evolutie van de Europese markt volgt. De resultaten zijn een positief signaal voor de Belgische economie, maar het CVO waarschuwt voor de gevolgen van een eventuele lastenverhoging op bedrijfswagens.
Bedrijfswagens meer belasten is een van de voorstellen die op de tafel ligt van de federale regeringsonderhandelingen. Stéphane Verwilghen, CEO van leasemaatschappij Arval en voorzitter van het expertiseplatform CVO, vindt dat een slecht idee. "De meeste bedrijfsauto's worden gebruikt ten gunste van de activiteit van het bedrijf", zegt Verwilghen.
Van de 1,1 miljoen voertuigen die in België ingeschreven zijn door bedrijven of zelfstandigen, mogen er 340.000 ook privé ingezet worden. Volgens de barometer rijden er 50.000 zogeheten salariswagens rond, auto's die in de plaats van een loonsopslag gegeven worden en voor het werk niet strikt noodzakelijk zijn. Het werkelijke aantal ligt zeker nog hoger, maar valt moeilijk in kaart te brengen.
Deze 'nutteloze' bedrijfsauto's zwaarder belasten of van de weg halen, is volgens Verwilghen geen goed idee. "Drie vierden zou vervangen worden door een privéwagen", luidt het. "Een lastenverhoging zet alleen meer druk op onze ondernemingen." Een mobiliteitsbudget, waarbij een werknemer een bepaald bedrag ontvangt om zich met verschillende soorten voertuigen te verplaatsen, vindt hij dan weer "een fantastisch idee", op voorwaarde dat het fiscaal aantrekkelijk is.
Positieve vooruitzichten
In afwachting van een eventuele lastenverhoging (en een federale regering), kijken de 300 ondervraagde Belgische wagenparkbeheerders optimistisch naar de volgende drie jaar. Maar 2 procent denkt dat zijn vloot zal krimpen, 11 procent verwacht een groei. Vooral de grote ondernemingen met meer dan 500 werknemers denken aan uitbreiden.
Liever dieselhybride dan elektrisch
Traditionele verbrandingsmotoren blijven de markt domineren. Bij de alternatieve aandrijfvormen hebben de dieselhybrides het grootste potentieel. In België kan 8 procent van de bedrijfswagens een dieselhybride worden, 5 procent een hybride met benzinemotor en 4 procent een elektrische wagen. Landen zoals Italië, Frankrijk en Portugal kijken met nog grotere belangstelling uit naar de dieselhybride. Dat is goed nieuws voor Peugeot, dat dit najaar met de 3008 HYbrid4 als eerste constructeur een model met diesel- en elektromotor lanceert.
Waarom scoort de elektrische wagen betrekkelijk zwak, ondanks de hype rond dit type auto? Veel bedrijven denken dat een elektrische wagen niet genoeg rijcapaciteit heeft. Ook de levensduur van de batterij blijft een heikel punt. Meer dan in de rest van Europa zeggen de Belgische bedrijven "niet te weten" waarom ze voor een elektrische wagen zouden kiezen. De grotere bedrijven zien vooral het positieve imago als een voordeel, net als lage onderhoudskosten en overheidspremies.
Veiligheid geen prioriteit
Het grootste verschil dat door de barometer werd vastgesteld tussen België en de rest van Europa is de houding tegenover veiligheid. Hoewel milieurichtlijnen (Euro-normen, CO2-uitstoot, ...) steeds vaker opgenomen worden in de car policy, ontbreken veiligheidseisen meestal. Zo is een stabiliteitscontrole (ESP) voor een personenwagen in amper 14 procent van de kleine bedrijven (tot 99 werknemers) en 8 procent van de grote bedrijven verplicht. Ter vergelijking: het Europese gemiddelde bedraagt respectievelijk 29 en 40 procent.
Nog flagranter is het gebrek aan veiligheidstrainingen voor bestuurders. Amper 1 procent van de kleine bedrijven en 12 procent van de grote bedrijven in België heeft al zo'n opleiding opgezet, tegenover 18 en 31 procent in Europa. Veilig rijden is volgens de meeste deelnemers aan het onderzoek de individuele verantwoordelijkheid van de bestuurder en niet van het bedrijf.