De F 650 GS heeft een wat bizarre relatie met de 650 monocilinders, waarvan hij de erfgenaam is. We verwachtten ons aan een motor die het gat zou opvullen dat ontstaan was met het verdwijnen van de F650 GS. De Beier met zijn Rotax-motor, handig chassis en lage prijs was een echte instapmotor. Naast de imposante F 800 GS was er dus nog een plaatsje open, maar de 650 die we vandaag te zien krijgen heeft enkel nog de typebenaming met zijn voorganger gemeen. Hij neemt immers het kader en de motor van de F800GS over, maar verschilt toch op verscheidene punten van zijn grote broer. Het vermogen daalde van 85 naar 71pk, terwijl het maximum koppel 1250 toeren lager gehaald wordt. De veeruitslagen werden met 5 cm vooraan en 4,5 cm achteraan verminderd en het voorwiel meet nu 19 duim ipv 21 duim, terwijl de remmen het met één schijf moeten doen en de voorvork van het conventionele type is. Tenslotte is de carrosserie wat discreter en zorgt voor iets minder bescherming.
Zoek de zeven verschillen
Maar nog andere details maken het verschil. Zo zien we de gegoten alminium-velgen, een kleinere radiator, het stalen stuur en het lagere gewicht. Een logisch gevolg van het mindere gewicht en de lagere zithoogte is uiteraard een meer toegankelijke motor en in optie kan je dat zadel nog eens met 3 cm laten zakken. Maar ook het lagere vermogen maaktdat de motor erg makkelijk te rijden is. Daarmee wordt dan ook het doelpubliek wel heel duidelijk. Motards met weinig of zelfs erg beperkte ervaring en ook vrouwelijke rijders die op zoek zijn naar een makkelijk te besturen machine met goede prestaties en hoge kwaliteit, zullen hier zeker hun gading vinden... Wat dus volledig in de lijn van de eerste F650GS is. Voor BMW was het dus logisch dat de nieuwe de erfenis van de vroegere F650GS zou overnemen, ook al hebben ze buiten het beoogde cliënteel, niets gemeenschappelijk. De 650GS is serieus, redelijk, bijna saai. Bijna vraag je je af of dit een kenmerk van dit genre motoren? Honda hangt voor zijn CBF600 of de Deauville dezelfde gedachtegang aan. Blijkbaar moet je van de eerste oogopslag kunnen zien dat je met een “serieuze” motor te doen hebt.
What you see is what you get?
We zijn hier dus ver van de exuberante F800GS. Daardoor is het haast amusant om zien, dat de kleine verschillen tussen beide motoren uiteindelijk zo een groot verschil maken. Je kan zien dat het broers zijn, maar je zal ze nooit met elkaar verwisselen. BMW toont duidelijk dat ze beiden een ander publiek viseren. En blijkbaar gooit het werk van BMW zijn vruchten af, want zelfs de eerder onervaren motard voelt zich dadelijk op zijn gemak op de GS. Ondanks dat het zadel vrij vlak en glad is, kan de zitpositie echt niet natuurlijker of comfortabeler zijn. Voor de kleineren onder ons is er het lagere zadel, dat ook nog eens beter gevormd is. Armen en benen vallen dadelijk op hun plaats, maar na enkele kilometers wordt het al duidelijk dat de bescherming van het kleine windschermpje vooraan, eerder symbolisch is. Bij het hoofdstukje van de tegenvallers willen we nog toevoegen dat bij elk klein plasje je voeten een goeie sproeibeurt te verduren krijgen en als in je jeans op weg bent zal je eerder de scherpe randen van het kader als de zachte welving van de benzinetank voelen.
Een “gemakkelijke” motor
Spijtig dat die kleine akkefietjes het comfort wat vergallen, want voor de rest kan je op een erg goed afgesteld onderstel rekenen. De al gekende techniek van de F-serie werd hier herwerkt en verbeterd, steeds met in het achterhoofd de opdracht om een machine “voor iedereen” te bouwen. Toegankelijk dus, maar daarom nog geen slak. Zoals al gezegd daalt het vermogen van 85 naar 71 pk en zakt ook het koppel een beetje, maar dat koppel is dan wel vroeger en over een langere duur beschikbaar. Vanaf 2000 toeren pakt de motor al goed op en je hebt nooit het gevoel dat je met een slappe bak op weg bent. Uiteraard geeft hij je geen schop onder je kont als je het gas opendraait, maar dat wordt hier zeker niet gevraagd. Nog een erg aangename verrassing vinden we bij de transmissie. De kritiek die er op de F800S en ST geuit werd viel blijkbaar niet in dovemans oren en het lawaai en de schokken zijn nu verdwenen. Een duidelijke vooruitgang dus, al betreuren we wel dat de erg onderhoudsvriendelijke riemaandrijving voor een ketting werd opgeofferd. De bak schakelt als in boter, zelfs zonder ontkoppelen, ook al hebben we totaal geen kritiek op die koppeling.
Van een goed jaar
Laat ons dan maar verdergaan met complimentjes gooien en het even over de remmen hebben. De enkele schijf vooraan geeft erg veel feeling en het ABS blijft erg discreet. De achterrem verrast een beetje door zijn krachtige werking, maar hij wordt dadelijk door het ABS tot de orde geroepen, dat een onverwacht blokkeren weet te vermijden. Het geslaagde en erg “BMW”-chassis is een toonbeeld van evenwicht, stabiliteit en efficiëntie. Met zijn tegelijkertijd stabiele en levendige weggedrag ben je in alle omstandigheden goed voorzien en wordt rijden echt plezierig. Deze machine is een echte “cru” en laat zich door iedereen sturen…moest er die prijs niet zijn, die erg “BMW” is.
Onze testmachine kan de jouwe worden voor de “luttele som” van 9.944 €, opties inbegrepen. Voor het basismodel dien je toch nog 8.200 € neer te tellen, terwijl het onmisbare ABS 765 € moet kosten. Al de rest is eigen keuze…