De Derbi Mulhacén verzorgt zijn zeer bewerkte uitzicht als salon prototype en verbant in de vergeetput talrijke smaakloze motors qua design. Alles werd hier met de grootste zorg hertekend, met een voortdurende wil naar vernieuwing. Totaal succes: de Mulhacén lijkt op geen andere. En hij duikt goed zijn kaarten met zijn gematigde afmetingen. Deze die hem opmerken, en ze zijn talrijk, geloven met moeite dat het hier over een 650 gaat. Toch verbergt de motor zich niet, en vertoont zelfs een zeer aangename soort broddelwerk met zijn carters die dicht bij de mechanica aanplakken en zijn talrijke zichtbare radiatorslangen.
Dikke mono
Rond deze mono concentreert zich een mooi getekend raamwerk, bedekt met een mooie korrelige zwart kleur. De balk doet dienst als olietank. Er is geen tekort aan knappe vernuftheden, zoals de opneming aan de linker kant van een horizontale tube met een grote diameter waardoor de collector passeert, aan het hoofd van de originele (maar beslist te omvangrijke) uitlaat. Onder deze laatste, een aluminium zwingarm, asymmetrisch en héél technisch, met prachtige afwerkingen en een drukregelaar voor de ketting. Deze arm wordt vooraan aangevuld met een upside-down vork van 43mm, voorzien van een radiale beugel. De wielen, allebei in het zwart, maar met stralen, pralen trendy bladschijven van 320 mm vooraan en 245 achteraan. Hun afmeting van 18 inches, zowel voor- als achteraan geven aan deze Spanjaard een origineel en persoonlijk profiel.
De “Movida”
De koplamp, klassieker met zijn sobere ovale vorm, wordt voorzien van een zeer kleine windscherm, die een maar weinig leesbaar dashboard verbergt, maar die toch ook geniet van een mooi esthetisch onderzoek. Een ingenieuze kiepknop aan de linker hand laat de afwisseling van informatie toe. Daarop vindt men een gouden geanodiseerd stuur met wisselende diameter. De Mulhacén verdeelt zijn voortstuwingsmechanisme met dat van de Yamaha MT03 en de XT, alsook met de Pegaso Aprilia. Hij geniet hier van specifieke cartertekeningen en wordt verkoeld door een gedetailleerde elegante radiator, omringd door twee antraciet hoosvaten gebrandmerkt met een grote, maar discrete matte "D". De bekleding van het zadel en tank geven aan de Mulhacén zijn persoonlijkheid. De tank praalt met een héél mooi bewerkte vorm, die overwelft wordt aan de knieën. Bovenaan heel breed, hij vormt bijna twee spatborden die de knieën bedekken. Het zadel verleent aan het plezier een egoïstisch rijgedrag : een rode skai bedekt het eenpersoons zadel. Deze plaats kan voltooid worden met een klein kussentje, die, indien uw passagier echt aandringt, de geprofileerde kap zal vervangen, die zacht tot aan het spectaculaire achterlicht daalt die zelf, net zoals voor de pinkers, voorzien werden van LED-lichten. Mooi werk dus, met als resultaat, en ja, we vallen hier in herhaling, een moto die op geen andere lijkt en die alle zintuigen vleit. Alles straalt als zorg en onderzoek naar kwaliteittoebehoren uit : u hoeft enkel maar naar de Brembo hoofdremcilinder te kijken.
Grote uitlaat, kleine invloed
De natuurlijke rijhouding, niet echt typisch supermotard, stelt des te meer op het gemak dat de zadelhoogte redelijk blijft. De motor kraakt bij het allereerste verzoek. Het is wel degelijk een mono-cilinder, de trillingen en het geluid bevestigen dat. Wat betreft juist de klank, wij betreuren onmiddellijk het geluid van de uitlaat, even uitdrukkingsloos als de grootte van de uitlaat. Teveel geluid schaadt, maar te weinig of te banaal maakt dat wij het verlies betreuren van een vroegere tijd waar elke motor “zijn eigen” stem had. De doeltreffendheid van de uitlaat van de Mulhacén belemmert hem niet om ellendig te knetteren bij terugschakeling. Voor de rest, bewaart de motor alle karakteristieken eigenschappen van het type motor. De mono trilt, zonder dat het op één moment vervelend is en hij wilt niets weten onder de 2.000 rpm in de lage schakelingen, en zelfs ook niet aan 3.000 in 4de of in 5de. Hij herneemt met een beetje levendigheid rond de 4 of 5.000 om zich terug te verslappen juist voor de 7.000 rpm.
Paarden !
Weinig verzot op lage versnelling, verslappend op hoge versnelling, de gebruiksmarge ligt in de halve-regimes, maar wij hadden toch duidelijk meer karakter verwacht, de koppel en de kracht laat ons onvoldaan achter. Jammer, want de dynamische kwaliteiten van de Derbi zouden gemakkelijk een aanvulling aan temperament kunnen verdragen. Het frame, nauwkeurig bij hoge snelheid, laat zich gemakkelijk meenemen op kleine baantjes of in de bebouwde kom, al blijkt dat de belachelijke draaicirkel de freaks van stadsslaloms zal frustreren. Het indrukwekkend remsysteem (radiale beugel en hoofdcilinder, alleen dat !) ontgoochelt een beetje door zijn hardheid. Men moet trekken om te remmen, maar men geeft toch toe... hij remt ! Het zadel verrast door een onverwacht comfort, in ieder geval voor de piloot. Deze motor, niet blij genoeg met een originele en succesvolle lijn, kwijt zijn taak plezierig af. Een tocht maken wordt een werkelijk genoegen, des te meer dat de Mulhacén deel uitmaakt van deze zeldzame motors die plezier veroorzaken vanaf de laagste snelheid. Zijn gebreken zijn zeldzaam : een wankelende zijdelingse steun, kleine afwerkingdetails (een snelheidshendel die zich losschroeft...)
Ondanks alles, blijft de prijs een probleem : al werd het kaartje verlaagd naar 7.200 €, het is toch veel geld tegenover meer banale maar multifunctionele motors.
De monos met karakter hebben beslist veel moeite om zich een plaatsje te vergen in de zon, ondanks hun kwaliteiten.