De auto
Het museum d’Ieteren Gallery zet een tiental wagens in tijdens de Zoute Grand Prix. Zelf krijg ik een schitterende DKW F5 Roadster uit 1938. Een machine met microscopische afmetingen, die laag over de weg scheert, met een stoffen kap maar zonder ramen. Het ideale moment dus om ons skipak aan te trekken, want het regent volop.
Pet-pet of vrop-vrop
Samen met Thomas van de PR-afdeling van Audi rijd ik met onze dappere DKW naar wat een heus openluchtmuseum is: een Bentley Blower, een Ferrari 275 GTB, een Aston Martin DB4 Zagato, een Porsche 904 GTS, een Bugatti 35 en vele andere bolides staan keurig op een rij op de zeedijk. Blij als een kind in een speelgoedwinkel, wijs ik in alle richtingen. Het is tijd om te vertrekken: terwijl de concurrerende motoren met grote cilinderinhouden brullen, moeten wij het stellen met een kleine tweetakt.
Kompas in het hoofd?
Tegenover de armada van bolides met chronometers, Tripmasters en andere nauwkeurige systemen hebben wij alleen een kilometerteller als hulpmiddel. Al ooit op een leeuw gejaagd met een blaaspijp? Met het roadbook in de handen duurt het zelfs geen kilometer voor ik Thomas de verkeerde weg wijs. Uiteindelijk geraak ik eraan uit aan het eerste rode licht.
En daar geeft onze dappere auto al meteen forfait. Na een plotse vertraging volgt een totale stilte in de machinekamer. Een halfuur later is de schuldige zekering vervangen en ratelen de twee cilinders opnieuw. Belooft, we zullen de richtingaanwijzers niet meer gebruiken, ze verbruiken te veel energie.
Een onderzeeër besturen
Zonder zijdelingse bescherming en met een kap die even strak is als een zeef baant de DKW zich een weg door het onweer. Ik heb de vreemde indruk dat we door een tornado rijden, beschermd door een paraplu. Ingepakt als eskimo’s, vrezen we de wegen met meerdere rijstroken: met een snelheid van 65 km/u worden we ingehaald door vrachtwagens die verschrikkelijke stormen opwekken. Het schip staat onder water, kapitein!
Sportief
Het roadbook gidst ons naar het hart van Vlaanderen via zeldzaam mooie maar helaas ook heuvelachtige landschappen. De eerste helling maakt het gebrek aan kracht onder de motorkap pijnlijk duidelijk. De 20 paarden kreunen, Thomas schakelt in tweede versnelling in een ultieme poging maar er gebeurt niets. De wetten van de zwaartekracht wegen zwaarder door dan de cavalerie van onze dappere auto.
We staan dus stil en kunnen onmogelijk opnieuw vertrekken op de natte kasseien. Een vormt zich een mooie colonne Porsche die ongeduldig wachten tot we weer kunnen vertrekken. Ik zie het licht en besluit om uit te stappen en de auto te duwen. De vuile uitlaat maakt mijn strijd achter de auto niet echt aangenaam. Beurk! Maar het lukt en na de helling volgt de afdaling. Al even gewaagd omdat de remmen eerder symbolisch zijn. Wat een avontuur!
Aan mij om te sturen
Na een vorstelijke maaltijd zijn we vertrokken voor het laatste deel van het roadbook. Deze keer neem ik het stuur. En dat is een waar plezier! Natuurlijk moet je de versnellingsbak subtiel bedienen zoals meestal op auto’s van voor de oorlog. De eerste dient alleen om de wielen in beweging te zetten. De tweede zingt het uit tot ongeveer 30 km/u. De derde en laatste versnelling is ten slotte ‘geschikt voor alles’: eens ingeschakeld, kom je niet meer aan de pook. Alleen om, als je bijna stilstaat, terug te schakelen naar tweede.
Prestaties van een bromfiets
De acceleratie is uiteraard niet flitsend en elke keer vormt zich een mooie colonne achter onze rookpluim. Uit sportiviteit gaan we aan de kant om de concurrenten te laten passeren. Niet vanzelfsprekend, want het zicht achteruit is bijna onbestaande. De achterruit is even hoog als de opening van een brievenbus en de achteruitkijkspiegel het als enige doel dat ik mijn neus kan zien.
Remmen, welke remmen?
Eens in beweging zijn de sensaties gegarandeerd. Het geknetter van de motor, de trillingen, de hoogst symbolische remmen en de beperkte zetelsteun maken de bestuurder wakker. Het is geweldig om plankgas te kunnen rijden zonder de radarcontroles of negatieve reacties te moeten vrezen. De snelheidsmeter klimt slechts tot 60 km/u maar we vervelen ons niet. De bomen weerspiegelen op de motorkap, in de boordplank dansen de tellers en de charmante sfeer verleidt direct.
Regelmatigheidsspecial
Het einde nadert, deze dag eindigt met een special op een afgesloten weg met chicanes en scherpe bochten. Het doel? Het parcours afleggen met een gemiddelde van 45 km/u. Anders gezegd: we hebben weinig kans op succes. 3,2,1, go! De tweecilinder knettert, ik schakel in tweede, dan in derde en besluit een verzorgde lijn te rijden zonder te bruuskeren.
Een lange rechte lijn: het moment om tijd te winnen. De motor gromt, ik beeld me al in dat ik een lauwerkrans krijg, maar de teller staat helaas op 40 km/u. Mislukt. Jammer, we zullen soepel en zo net mogelijk rijden maar maken geen kans om 45 km/u te halen, laat staan als gemiddelde.
Het maakt niet uit. Het belangrijkste was het plezier en op dat vlak is de missie volbracht. Deze DKW was technisch zijn tijd vooruit (voorwielaandrijving, tweetaktmotor met beperkt onderhoud, …) en weet me absoluut te overtuigen. Deze dag in zijn gezelschap maakt duidelijk dat het plezier soms in kleine dingen zit: je hebt onder de motorkap geen honderden paarden nodig om rijplezier te beleven.