Presentatie

Er was een tijd dat Amerikaanse sportwagens aan deze kant van de oceaan niet serieus genomen werden. De vooroordelen waren niet van de lucht: in rechte lijn leverden ze uitstekende prestaties, maar van bij de eerste kromme lijn hadden ze de beweeglijkheid van een zwangere olifant. Kortom, een slechte (en soms gegronde) reputatie waardoor eigenaar al snel het etiket ‘nieuwe rijke met weinig kennis van zaken’ opgekleefd kreeg.

Maar tijden veranderen en de Amerikanen hebben begrepen dat sportwagens ook snel een bocht moeten kunnen nemen. Ze hebben hun lesje zo goed geleerd dat enkele yankees als de Chevrolet Corvette, de Dodge Viper of de Ford GT erin slagen de Europese concurrentie het vuur aan de schenen te leggen en soms zelfs achter zich te laten.

Net als Ford met de Mustang en Chevrolet met de Camaro, grijpt ook Dodge terug naar de goede oude tijd van de muscle cars en surft het met de Challenger op de neo-retrogolf. De Challenger is gebaseerd op het platform van de Chrysler 300C en heeft dus een Europese origine: de vorige Mercedes E-Klasse. Een referentie die kan tellen. In tegenstelling tot de Mustang bezorgt hem dat meteen een moderne onafhankelijke ophanging.

Onder de kap is er keuze tussen drie benzinemotoren: de 3,5-liter V6 met 250 pk, de 5,7-liter Hemi V8 met 370 pk en de 6,1-liter V8 SRT-8 met maar liefst 425 pk. De versnellingsbak schakelt manueel of automatisch.

Uitzicht

Opvallen doet de Challenger alleszins. Jong en oud gooit bewonderende blikken bij het horen van de kenmerkende grom vanonder het agressief ogende koetswerk. Onze testwagen had een neutraal zwarte kleur, maar je kunt de Challenger ook in een opvallend kleurtje krijgen: of wat dacht je van rood-oranje dat uit de jaren zeventig stamt?

Minder Europees zijn de afmetingen. Met meer dan vijf meter lengte en bijna twee meter breedte kun je het stadsverkeer beter vermijden. En in een garage met standaardafmetingen heb je zeker geen overschot. Parkeren is dan ook niet eenvoudig en wordt ook nog eens bemoeilijkt door de beperkte zichtbaarheid en de afwezigheid van parkingsensoren.

Motor

Onder de kap van onze testwagen brabbelde de zeer krachtige V8 SRT-8. Niet gesofistikeerd trouwens: droom dus niet van een veranderlijke inlaattiming of rechtstreekse injectie of dubbele bovenliggende nokkenassen, deze motor houdt het bij één centrale nokkenas en twee kleppen per cilinder.

Zoals elke motor met grote cilinderinhoud die zichzelf respecteert, levert deze klepper wel een kolossaal vermogen: 425 pk bij 6.200 tr/min en een koppel van 569 Nm bij 4.800 toeren. Qua specifiek vermogen hinkt hij duidelijk achterop, maar vergis je niet: de motor heeft karakter, een erg explosief karakter.

De motor starten, is al een plezier op zich. Nadat je de uitlaat even hebt aangejaagd, schommelt het koetswerk lichtjes mee en weet heel de buurt dat je met iets bijzonders onderweg bent. Om kippenvel van te krijgen.

In de lagere regionen reageert hij zacht en beheersbaar, maar boven de 4.000 toeren breekt de hel los. De V8 huilt vreselijk zoals een typische Amerikaanse V8, blijft doorduwen en stuurt de naald van de toerenteller in de richting van het handschoenkastje.

Net na 6.000 toeren schakelt de versnellingsbak en begint het hele festival opnieuw. Toegegeven, het is niet echt meer van deze tijd en groene jongens huiveren ervan, maar het wekt emoties en nostalgie op bij al wie terugdenkt aan flamboyante periode van de jaren zestig.

Overbrenging

Standaard is de SRT-8 voorzien van een automaat met vijf verhoudingen die het vermogen naar de achterwielen versluist. Hij werkt zacht en inteligent, maar een sport- of een winterstand is hem vreemd.

Een manuele modus is er wel, maar de overgangen verlopen traag en schakellepels achter het stuur moet je bij de Challenger niet zoeken. Zoals dat past bij het imago van de auto, is deze bak niet al te complex, maar hij schakelt wel erg zacht in de stad. Een sterk punt.

De kickdown is zeer indrukwekkend: de neus richt zich op, de motor brult en de inzittenden worden tegen hun zetel gedrukt.

Weggedrag

In tegenstelling tot het onderstel van de Mustang, ietwat archaïsch, rust de Challenger op het moderne platform van de E-Klasse. Dat resulteert in een goed rijgedrag met een uitstekende filtering en een goede rechtuitstabiliteit.

Tijdens het betere bochtenwerk worden de koetswerkbewegingen goed in toom gehouden, maar op oneffen wegen heeft de Challenger het moeilijker. Goed 1,9 ton leeggewicht veeg je niet zomaar weg. Het grote stuur beveelt de zekere maar zwaar aanvoelende vooras en met het gaspedaal stuur je de achteras. Op droog wegdek schept dat weinig problemen, maar op natte ondergrond is moet je oppassen. Gelukkig grijpt het ESP gepast in.

Echt levendig kun je de Challenger niet noemen. Daarvoor is hij te groot en te zwaar. Ook wat de remmen betreft, blijven we met een dubbel gevoel achter. We hebben ze niet echt op de proef gesteld, maar tijdens onze wegliggingstesten wekten ze niet voldoende vertrouwen op om tot het uiterste te gaan.

Comfort

Met de cruise control op 120 km/u, een hand nonchalant op het stuur, een rustig draaiende motor en een onderstel dat alle oneffenheden wegveegt, vergeet je al snel alle beperkingen. De Challenger is een formidabele reiswagen, zelfs voor vier. Ware er niet het verbruik...

Het interieur is voldoende ruim voor Giant Burger-verslaafden, de stereo is van uitstekende kwaliteit (naar Amerikaanse gewoonte) en de airco is in staat om pooltemperaturen op te wekken (alweer naar Amerikaase gewoonte). De verre reizen valt de kofferruimte wel nogal klein uit.

Liefhebbers van de laatste technologie zijn bij de Challenger aan het verkeerde adres. Voor een dergelijke prijs is dat trouwens niet meer dan normaal. Automatische airco, adaptieve cruise control of een top-navigatie ontbreken. In vergelijking met de vorige generatie Amerikaanse auto’s is de afwerking erg goed, maar de Europese concurrentie is nog altijd een stapje voor. Onze felicitaties echter voor de vooruitgang.

Uitrusting en prijs

Standaard is de Challenger uitgerust met manuele airco, cruise control, automaat, verwarmde zetels, een elektrisch regelbare zetel voor de bestuurder, radio met mp3-functie, 20-duims lichtmetalen velgen, enzovoort.

Op de optielijst staan de manuele versnellingsbak met sperdifferentieel, een afstandsbediening om de motor te starten (ideaal om te imponeren), een stereo met lader voor 6 cd’s, een elektrochrome achteruitkijkspiegel, enzovoort.

Officieel wordt de Challenger niet ingevoerd, maar bepaalde dealers bieden hem aan voor 51.900 euro. Je leest het goed: een vijf meter lange coupé met meer dan 400 pk en vier echte zitplaatsen voor iets meer dan 50.000 euro. Daar kan de Europese concurrentie nog een puntje aan zuigen.

Uiteraard moet je rekening houden met het hoge verbruik. Aan een rustig en contant ritme komt de SRT-8 toe met 13 tot 14 l/100 km. Wie van de geneugten van de fantastische V8 wil genieten of liever in de stad rondtoert, moet met 20 l/100 km rekening houden. En dan spreken we nog niet over de rekening van de bandenleverancier.

Conclusie

We hebben al meer geraffineerde auto’s gekend. Subtielere, snellere, efficiëntere en beter uitgeruste. Maar de Challenger pakt je, hij laat je hart sneller kloppen. Zijn wulpse lijn, zijn onverwisselbare stem en de typisch Amerikaanse uitstraling maken er een zeer aantrekkelijke auto van. Niet rationeel en evenmin politiek correct, maar onweerstaanbaar.