Bruno Wouters

20 MEI 2009

De kunst van het verschil

Stel je hebt mooi genoeg van monovolumes en een 4X4 vind je politiek incorrect. Wat rest er je dan nog ? Al eens aan een Dodge Journey gedacht ? Die verenigt het beste van twee werelden in een onimiteerbare US-stijl. Dodge zet zich met de Journey in het vaarwater van de Sharans, S-Maxen en andere 807’s, maar kiest resoluut voor een andere stijl. Zijn Amerikaanse look haalt zijn inspiratie bij de robuuste SUV’s en mag erg Dodge genoemd worden. De familieband met de Nitro en de Caliber is overduidelijk.


Het minste wat je kan zeggen is dat de Journey er vierkant uitziet. De lijnen zijn erg scherp, terwijl het radiatorrooster traditioneel door vier verticale balken verdeeld wordt. De spatborden zijn erg geprononceerd en omhullen enorme 19-duims velgen. De auto is een echte tweevolumer, waarbij vooral de lange motorkap en de erg verticale achterklep de toon zetten. De daklijn herinnert aan de Chrysler C300 en is zowat het enige aan deze auto dat er enigszins vloeiend uitziet. Kortom, de Journey heeft een eigen smoel. En nog geen klein beetje ook.

Discreet…

De afmetingen mogen er zijn. De Journey is 489 cm lang, 175 hoog en aan de spiegels 213 cm breed. Met dergelijke maten en een aparte look is het gauw duidelijk: deze Dodge is niet bedoeld voor bescheiden en discrete mensen ! Zonder de nodige koetswerkbescherming zien we de Journey niet gauw de begane paden verlaten, maar we moeten toegeven dat veel echte SUV’s dat ook niet doen. De vraag die zich stelt is of hij dan wel een goed alternatief vormt voor de familiaal bedoelde monovolumes. Ons testmodel is een R/T Diesel met 7 zitplaatsen. De derde rij bestaat uit twee stoelen die individueel kunnen neergelegd worden, waardoor er 800 liter kofferruimte vrijkomen. Het interieur is goed moduleerbaar. We zagen al dat de derde rij neergeklapt kan worden, waardoor er een volledig vlakke laadvloer ontstaat. Achter die derde rij zit er onder de vloer nog een aparte bergruimte waar je allerlei spullen in kwijt kan, die anders toch maar liggen rond te zwieren. Bovendien zien we aan de linkerzijde ook nog een zaklamp hangen. Leuk !

Leven aan boord

Als de achterste stoelen niet bezet zijn, kan je de tweede zetelrij naar achteren schuiven, waardoor de beenruimte gevoelig vergroot. De rugleuningen kunnen uiteraard neergeklapt worden en ook de passagiersstoel vooraan kan plat. Hierdoor zelfs erg lange voorwerpen kunnen geladen worden. Kleine details maken het leven aan boord erg aangenaam. Zo zijn alle plaatsen van bekerhouders voorzien, zijn erachter de voorzetels bergruimtes onder de vloer en kan je in de kaartvakken in de deuren erg veel dingen kwijt. Bovendien is er onder de passagiersstoel vooraan nog een bergvak en kan je in het gekoelde deel van het dubbele handschoenvak twee blikjes laten koud worden. Onder de centrale armsteun kan je kleinere dingen aan nieuwsgierige blikken onttrekken, terwijl het plafond vol lichtjes en ventilatieopeningen zit en de achterste zitplaatsen hun eigen regeling van de airco krijgen. Het interieur van de Journey is goed uitgedacht en de R/T-versie krijgt een erg uitgebreide uitrusting mee. Maar de afwerking kan nog steeds de vergelijking met de Europese standaard niet doorstaan. Ondanks dat de Amerikaanse toets voor het nodige exotisme zorgt. En ook de ergonomie zorgt voor de nodige verwarring. Op het stuur is het even zoeken eer je tussen de knoppen van de radio en de boordcomputer je weg vindt. Na een week is de bediening ons nog steeds niet duidelijk.

Ergonomie met vraagtekens

De multimediainterface wordt via een digitaal scherm aan de basis van de console en achter de versnellingspook bediend. Het geluid is voortreffelijk en je kan er zelfs je iPod op aansluiten. Maar het is wel ver reiken naar die interface en als je even moet zoeken naar je favoriete muziekje of zender ben je gauw enkele seconden van de weg afgeleid. Eigenlijk zou het niet mogen, maar we hebben er ons regelmatig zelf op betrapt ! We vragen ons dan ook af of de knappe koppen die de talrijke menu’s ontworpen hebben, ooit wel eens getracht hebben om al rijdend door die boomstructuur hun weg te vinden. Qua gebruiksgemak is er nog heel wat werk te verrichten en die opmerking geldt niet enkel voor de Journey !
Tijdens het rijden voelt de Journey veel zachtaardiger aan als zijn viriele uiterlijk laat vermoeden. Het VW-blok van 136 pk heeft behoorlijk wat moeite om de zware koets vlot voort te bewegen, waarbij hij soms nogal wat “landbouwgeluiden” voortbrengt. De nood om eens goed door te duwen wordt dus gauw onderdrukt. De Dodge laat zich het best appreciëren bij een onderkoelde en soepele rijstijl, waarbij de versnellingsbak met dubbele koppeling zelf tot een rustige rijstijl aanspoort.

Rustig

De stuurpositie is relatief hoog en de stoelen zijn goed getekend. Je zit niet alleen goed inde Journey, ook de ophanging draagt zijn steentje tot het goede comfort bij. Als we het ritme wat verhogen steekt een licht onderstuur de kop op, waardoor de bestuurder tot kalmte wordt aangespoord. De demping is correct, maar ook niet meer dan dat en zeker niet op dezelfde hoogte van de remmen die krachtig bijten en goed te doseren zijn.
We mogen besluiten dat de Dodge Journey een valabel en goed geprijsd alternatief is voor de traditionele monovolumes. Zijn geslaagde look valt op, het leven aan boord is erg aangenaam en de auto is vrij economisch in gebruik. De pluimen maken niet de man en de Journey is niet de wildebras waarvoor je hem aanvankelijk houdt, maar de huisvader die wat uit de band wil springen kan bij deze auto toch zijn gading vinden. Zolang hij tenminste voor een rustige rijstijl opteert. In R/T-afwerling moet de Journey met sequentiële bak 32.700 € kosten. Met opties als de derde zetelrij, open dak en verdonkerde achterruiten, enz kost hij 36.750 €. Dodge heeft al een Journey SE diesel voor 24.900 €, terwijl hij met een 2400 cc grote benzinemotor van 170 pk 23.300 € kost. Ter herinnering: voor de goedkoopste Sharan diesel moet je 26.710 € neertellen.
 

Advertentie
Advertentie
Advertentie