François Piette

12 OKT 2008

Alternatief voor de klassieke berline?

Vierdeur-coupés veroveren stilaan hun plaats op de markt. Mercedes kreeg de primeur en trakteerde ons op de schitterende CLS. Nu zijn nog andere constructeurs in hun voetsporen getreden en trachten om hun berlines uit het middengamma door een coupévorm te onderscheiden. Esthetisch gezien mag je deze ingrepen zeker als een plus beschouwen, maar het is maar de vraag of de praktische of functionele aspecten van de klassieke berline bewaard blijven. Een antwoord trachten we in deze test te vinden, waar we de recent opgefriste Mercedes CLS en de nieuwe VW Passat CC onder de loep leggen.

Geslaagde stijl

Je kan niet ontkennen dat beiden stilistisch erg geslaagd zijn. Tegenover hun donoren, de E-Klasse en de Passat, leggen ze ontegensprekelijk meer flair aan de dag. Eén puntje hebben beide concurrenten gemeen. Beiden hebben ze een laag afvallende daklijn en behouden de lijnen van begin tot einde een gespannen kracht. De snuit van de Passat ziet er behoorlijk agressief uit en door zijn lage hoogte lijkt hij breder als hij is en komt hij op de weg vrij dominant over. Tegenover zijn gewone broer wint de CC (Coupé Comfort) heel wat aan sex-appeal. En die vergelijking gaat ook op voor de CLS. Die is nog wat groter en lijkt door zijn verfijndere achterkant nog wat verleidelijker. Maar over smaken en kleuren….

Minimum 136 of 224 pk

Deze exclusieve versies hernemen niet het volledige motorengamma van de wagens waarvan ze afgeleid zijn. De Passat CC start met de TDI 2 liter met common rail die 140 pk (136 en 170 pk eveneens beschikbaar) levert. Bij de benzineslurpers vinden we exemplaren terug die respectievelijk 160 en 300 pk leveren. Bij Mercedes vinden we als enige diesel de 3 liter van 224 pk terug. Bij de benzineversies starten we bij de 3 liter van 231 pk en stoppen we pas bij de V8 AMG met 514 wilde paarden. Voor onze test beperkten we ons in beide gevallen tot de diesels en telkens was de motorisatie voldoende krachtig om een vlotte rijstijl toe te laten. Uiteraard levert de Mercedes V6 bijna sportieve prestaties, maar bovendien is de motor erg beschikbaar en verricht hij zijn werk uiterst geraffineerd. De TDI blijft niet echt achter, maar zijn iets bescheidenere karakteristieken maken hem minder dynamisch. Toch hoef je niet te treuzelen en de soepele werking maken van hem een aangename compagnon.

Bij Mercedes wordt tegenwoordig steevast de fantastische 7G-Tronic automaat gemonteerd, die een voorbeeld van zachtheid en reactiviteit is. Bij VW krijg je de keuze tussen een aangenaam schakelende manuele 6-bak en de uitstekende DSG met dubbele koppeling.

Tegenover hun traditioneler ingestelde familieleden blijft het rijplezier quasi ongewijzigd. Maar de verbeterde aerodynamica maken dat het verbruik lichtjes naar beneden gaat. Zo verbruikt de VW 5,8 liter, terwijl de romige V6 van de CLS  2 liter meer nodig heeft.

Dynamisch weggedrag

Onder het wat frivolere uiterlijk hebben de constructeurs hun aandacht ook op de ophanging gericht. Het was immers de bedoeling om het geheel dynamischer te maken en niet alleen de styling aan te pakken. De Mercedes kreeg een pneumatische ophanging mee en is een echt vliegend tapijt. Hij zweeft gewoon over de baan en haast geen enkele oneffenheid dringt tot bij de inzittenden door. Op een bochtiger traject dans de CLS zonder enige moeite van de ene bocht naar de andere. Hij rijdt stabiel, veilig en evenwichtig, terwijl hij over een indrukwekkende grip beschikt. Enige nadeel is het voor Mercedes traditionele vage stuur rondom het middelpunt. Ook de Passat weet hier verbazend goede punten te verzamelen en de ingenieurs vonden een uitstekend compromis tussen comfort en weggedrag. De koets wordt uitstekend in toom gehouden en de CC toont zich slingerende wegjes erg efficiënt op. Wat rijplezier betreft heb je dus bij beide contrahenten geen reden tot klagen.

Comfort…slechts voor vier !

Bij dit hoofdstuk kunnen we uitstekende en minder goede punten geven. Laten we maar dadelijk bij de minpunten starten. Als je in de CLS een schuifdak bestelt wordt de hoofdruimte vrij klein en zeker voor de groteren onder ons kan dit wel eens problemen opleveren om een goede rijpositie te vinden. Bij de VW vormt dit echter geen probleem. Waar beide coupé-berlines wel last van hebben is de ruimte achterin. De laag afvallende daklijn maakt dat menig hoofd kennis maakt met het plafond. En bovendien is er op de achterbank maar plaats voor twee personen.

Goede punten scoren ze alle twee voor de uitstekende stoelen, het ophangingscomfort en een geluidsisolatie die je alleen bij de beste wagens aantreft.

Prijzen en uitrusting

Het prijsverschil tussen een Passat CC en zijn gewone broer is vrij klein, maar tussen een CLS en een E-Klasse is dit net andersom. De Passat CC start bij 31.500 € en Mercedes start bij…61.224 € voor de CLS diesel. Even slikken toch! Klaarblijkelijk laat het merk met de ster zijn exclusiviteit graag duur betalen. Gelukkig is de basisuitrusting in beide gevallen behoorlijk compleet.

Conclusion

Hoewel beide wagens van vier deuren voorzien zijn, verliezen beiden wat aan praktische mogelijkheden. Hoofdruimte achterin, toegang tot de achterbank, zichtbaarheid en het verlies van een zitplaats zijn de grootste toegevingen die de koper moet maken. Daar tegenover staat de erg aantrekkelijke look en de verbeterde dynamische eigenschappen. En als we ze daar zo zien staan…

Advertentie
Advertentie
Advertentie