De drie Duitse merken zijn in deze klasse oppermachtig, maar Cadillac blijft het proberen. Gesterkt door goede verkoopresultaten in de Verenigde Staten en China vorig jaar, wil Cadillac ook in Europa uitgroeien tot een uitdager van de bekende premiummerken. Het Europese team dat opereert vanuit Zürich (Zwitserland) werd uitgebreid van vijf naar dertig personen en heeft heel wat werk voor de boeg om het eens roemrijke merk bij ons weer op de kaart te zetten. Gelijkaardige pogingen draaiden de afgelopen telkens uit op een mislukking, denk maar aan de (nochtans niet onaardige) Cadillac BLS op basis van de Saab 9-3.

In die categorie lanceerde Cadillac vorig jaar de ATS en nu is het de beurt aan de CTS. Die staat op hetzelfde platform als de ATS, maar speelt een klasse hoger. Met zijn lengte van 4,96 meter is hij 9 cm langer dan de vorige CTS en voor een sportiever uiterlijk liggen het dak en de motorkap respectievelijk 1,9 cm en 3 cm lager. Aan de looks zal het niet liggen: de CTS oogt elegant en origineel.

Interieur

Het eerste wat opvalt wanneer je instapt, is de verzorgde afwerking van het interieur. Het leder, het hout, de koolstofvezel: het zijn allemaal echte materialen die netjes geassembleerd zijn. Er is ook aandacht voor details: het klepje van de bekerhouders in de middentunnel verschuift bijvoorbeeld elektrisch. Jammer is wel dat de binnenmaten de verwachtingen niet helemaal inlossen. Achterin is de transmissietunnel vrij breed en heb je beter geen lange benen of grote voeten. Voorin hadden we  moeite om een comfortabele rijpositie te vinden; de rugleuning van de bestuurderszetel was naar ons gevoel iets te kort.

De bestuurder kijkt naar een knappe en volledig digitale tellerpartij die je naar eigen smaak kunt aanpassen. Er zijn vier settings waarin een twintigtal parameters (navigatie, huidig verbruik, verkeersborden, …) getoond worden in de lay-out van jouw voorkeur. Althans in de Premium-topuitvoering, in de andere versies  zijn de tellers ook configureerbaar maar nog gedeeltelijk analoog.

Minder enthousiast zijn we over de Cadillac User Interface, de centrale console met groot kleurenscherm. De menu’s zijn nogal ingewikkeld en de knoppen met haptische feedback vergen enige gewenning. Grafisch oogt het wel mooi, maar ergonomisch zit het nog niet helemaal goed.

Alleen benzine

Bij deze eerste test maken we kennis met de tweeliter turbobenzine. In Europa is dat de enige krachtbron, terwijl in de Verenigde Staten – waar de CTS al in september werd voorgesteld – drie benzinemotoren beschikbaar zijn. Of er ook een diesel komt? “We weten dat dat belangrijk is en overwegen onze opties”, luidt het ietwat vaag. Voorlopig zal de CTS het dus moeten stellen met de kleine benzinemotor, dezelfde als in de ATS.

Deze viercilinder wordt standaard gekoppeld aan een automaat, die in eigen huis ontwikkeld werd. Die schakelt weliswaar heel zacht, maar reageert vaak iets te laat om een sportieve rijstijl toe te laten. Hij telt ook maar zes verhoudingen, terwijl zeven of acht tegenwoordig toch de norm is in de topklasse.

De motor zelf heeft met 276 pk en 400 Nm voldoende kracht voorhanden, maar je moet telkens even wachten tot de turbolader in actie schiet en de automaat reageert. Daarbij klinkt de viercilinder niet bepaald aangenaam.  Op papier verbruikt hij 8,9 l/100 km in de praktijk gemakkelijk een liter meer.

Magnetic Ride Control  

Rijden met de CTS is in de eerste plaats gericht op comfort en op dat vlak schittert hij dankzij de magnetic ride control. Kers op de taart: deze ophanging is standaard. Magnetische vloeistof in de schokdempers zorgt ervoor dat de CTS in amper 2,5 meter wisselt tussen zijn zachtste en hardste afstelling. Oneffenheden worden dan ook uitstekend gefilterd en in combinatie met de goede geluiddemping maakt dit van de CTS een zeer aangename kilometervreter.

En op bochtige wegen? De CTS is uiteraard een grote jongen, maar de elektrische besturing is voldoende direct. De CTS wordt op de achterwielen of op alle wielen aangedreven. We reden met beide versies maar zien weinig meerwaarde in de vierwielaandrijving (natte koppeling en drie open differentiëlen), die pas in actie komt als de voorwielen in de problemen geraken.

Kopen?

De CTS kost in België minimaal 50.739 euro met achterwielaandrijving en 53.281 euro als 4x4, waarmee hij ongeveer even duur is als zijn Duitse concurrenten maar wel een pak meer standaarduitrusting biedt (leder, magnetische ophanging, metaalkleur, …). Heeft de CTS je overtuigd, dan moet je nog een dealer vinden. In België is er voorlopig maar één: het Antwerpse Buga, dat vooral bekend is als verdeler van de merken uit de Fiat-groep. Het netwerk van Cadillac breidt wel nog uit en zal ook de Chevrolet Corvette en Camaro gaan verkopen.