Het vorige record (24,5 miljoen euro) van een Mercedes W196 Formule 1 uit 1954 die ooit nog bestuurd werd door Juan-Manuel Fangio werd verpulverd. De Ferrari is een uitzonderlijke auto met geschiedenis die door de handen ging van Jo Schlesser en Henri Oreiller. In 1965 werd Fabrizio Violati, een rijke Italiaanse industrieel, eigenaar van de auto. Hij bewaarde hem tot zijn overlijden en daarna ging de Ferrari naar het museum Maranello Rosso in San Marino.

Overlijden

Het sportieve palmares van deze 250 GTO spreekt voor zich, met onder meer een tweede plaats in de Ronde van Frankrijk in 1962 (Schlesser/Oreiller) toen hij nog maar enkele dagen de fabriek had verlaten. Helaas verongelukte Henri Oreiller, een held van het Frans verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, een volmaakt atleet (skiër) en verdienstelijk piloot, achter het stuur van deze auto op de autodroom van Linas-Monthléry.

In de fabriek van Maranello werd de auto hersteld en vervolgens verkocht aan Paolo Colombo die er een hele reeks klimwedstrijden mee reed, met enkele overwinningen. Later zette de Ferrari zijn carrière voort tijdens historische wedstrijden in de handen van Fabrizio Violati.

Zeldzaam exemplaar

De 250 GTO is een mythe, in heilige auto in de ogen van de fans van het merk. Zijn sportieve succes, verbluffende lijn, prestigieuze logo, opwindende mechaniek en fantastische duurzaamheid maken er een legendarische machine van.

Bovendien werden er maar 39 exemplaren gebouwd, waarvan 35 in deze vorm. Daarvan blijven er nog 31 over, waarvan slechts 28 met de bekende drieliter V12, de andere zijn uitgerust met een aangepaste vierliter. Dit exemplaar (de 3851 GT) is de zeventiende 250 GTO met drielitermotor. Een uitzonderlijke auto, met een uitzonderlijke prijs.

Het bevestigt in ieder geval dat stijgende waarde van oude auto’s, vooral het ‘rode goud’. Mogelijk zien we de komende maanden een heropleving van uitzonderlijke Ferrari’s die te koop worden aangeboden.