Mini had het belang van zo’n avontuurlijke versie al vrij snel ingezien. Maar nu gaat ook de 500 mee met deze trend van de compacte SUV-achtigen. Fiat profiteert van zijn huwelijk met het Amerikaanse Chrysler om een 500X af te leiden van de nieuwe Jeep Renegade. De 500X kan hierdoor vierwielaandrijving aanbieden, wat nog vrij zeldzaam is in het segment van de compacte SUV’s.

Je moet hiervoor wel hogerop in het gamma klimmen en de 2.0 diesel bestellen in combinatie met de automaat met negen versnellingen. Stel je je tevreden met de 1.6 MJT (een uitstekende motor, boordevol koppel) dan kun je de 500X ook krijgen met voorwielaandrijving. De Mini Countryman is ‘gemakkelijker’ op dat vlak, aangezien de Cooper D (1.6 turbodiesel met 112 pk) mist een supplement van 1.800 euro vierwielaandrijving aanbiedt. Dat helpt wel om het koppel vlot op een gladde ondergrond over te brengen.

Maxi-Mini

Zelfs in zijn SUV-variant Clubman maakt de Mini er een punt van om het meest ‘mini’ te blijven in het segment met een lengte van 4,09 meter. Zelfs met zijn avontuurlijke kleedje en vijf deuren blijft de Countryman praktisch in de stad. De Fiat 500 was dan weer nooit groter dan in zijn X-variant. Met een lengte van 4,25 meter behoort hij tot de grotere compacte SUV’s. Met die afmetingen biedt hij wel veel ruimte voor de passagiers achterin en een relatief praktische koffer (350 liter).

Toch heeft de Mini Countryman een betere verhouding tussen de buitenmaten, de passagiersruimte en de kofferruimte. Zijn geheim? Verschuifbare zetels achteraan (met regelbare hoek van de rugleuning) waarmee je kunt kiezen tussen de knieruimte van een grote gezinswagen of een koffer tot 450 liter, in functie van jouw behoeften op dat moment. De hoofdruimte van de 500X biedt de Mini niet, maar de ruimte voldoet voor grote personen. Het is eerder op het vlak van de elleboogbreedte dat de Mini beperkt is mocht je op het idee komen om drie volwassenen op de achterbank te plaatsen. De bredere 500X is meer geschikt om bij gelegenheid vijf personen te vervoeren.   

Relatief comfort

Vanaf de eerste meters beleef je achter het stuur van de Countryman de rijsensaties die typisch zijn voor de Mini-producten. Zijn wegcontact is wel iets zachter dan bij zijn compactere broers. Qua schokdemping is de Countryman relatief comfortabel. Maar hij gunt de oren weinig rust. Hij stelt teleur qua geluiddemping: stroomlijngeluiden dringen te sterk door in het interieur en gaan vermoeien op lange trajecten.

Op dat gebied is de 500X beter bedeeld. Maar hier is het wegcontact dan weer te hard. Deze ‘dynamische’ ophanging schaadt het werkingscomfort. Bovendien hebben de zetels een vrij zacht kussen maar een harde rugleuning en hoofdsteun.

Verrassend dynamisch

De 500X verbaast door zijn wendbaarheid in verhouding tot zijn afmetingen en grotere koetswerkhoogte in vergelijking met de Countryman. De Fiat 500X is aangenaam om te besturen. Het enige wat het plaatje verstoort, is de veel te lichte stuurbekrachtiging. Het wordt beter met de Sport-modus, die je selecteert met een knop naast de versnellingspook, maar de feedback blijft helaas te kunstmatig.

Premiumprijs

De Mini Countryman Cooper D laat zijn hippe uitstraling duur betalen en vraagt een hoge instapprijs van 24.900 euro. Ondanks die prijs moet je nog bijbetalen voor zaken die toch echt courant geworden zijn, zoals een boordcomputer, de dubbele koffervloer, het multifunctionele stuurwiel, een Bluetooth-connectie enzovoort. De Fiat 500X 1.6 MJT is in zijn middelste en relatief goed uitgeruste versie Pop Star toegankelijker (21.600 euro).

Conclusie

De 500X is correct geprijsd en biedt veel gebruiksgemak. Hij zal snel veel marktaandeel veroveren bij de compacte SUV’s. Ondanks zijn leeftijd verdedigt de Mini Countryman zich meer dan eervol. Hij verleidt met de verhouding tussen zijn buitenmaten, binnenruimte en kofferruimte en zijn dynamische, leuk weggedrag. Hij moet zich wel gewonnen geven op het vlak van veiligheid (minder moderne uitrusting) en de verhouding tussen de prijs en de uitrusting.