Een grote 2-liter diesel is best een sympathieke motor, toch een beetje old school in vergelijking met deconcurrentie. Ford heeft dit goed begrepen en herschikt zijn motorengamma met ‘ecologie’ als motto.
Twee 1,6-liter motoren maken hun opwachting: een benzine- en een dieselmotor. Ze vinden allebei een plaatsje onder de kap van de Mondeo, S-Max en Galaxy.
Duratorq TDCi 1.6 l
Achter deze indrukwekkende naam schuilt eigenlijk de bekende 1,6-liter diesel van PSA. 115 pk en een uitgesproken zuinigheid, dat zijn de voornaamste troeven. Voeg daar nog een start-stopsysteem aan toe en dan wordt hij wel heel zuinig: 4,7 l/100 km in de Mondeo.
Om de strijd met enkele superzuinige concurrenten aan te gaan, biedt Ford ook een ECOnetic-versie. Die verbruikt gemiddeld 4,3 l/100 km en stoot maar 114 g CO2/km uit. Hiermee heeft hij recht op de overheidskorting van 3 procent op de aankoopprijs. Diezelfde motor vinden we ook onder de kap van de Galaxy. Een rationele keuze, want de grote monovolume koppelt zuinigheid (5,2 l/100 km) aan aanvaardbare prestaties (178 km/u).
2.2 l met automaat
Aan de andere kant van de ladder vinden we de 2,2-liter diesel terug. Die is meer op prestaties dan op zuinigheid gericht. De motor is vanaf nu beschikbaar met een automaat met zes verhoudingen. Ongetwijfeld een mooi duo, al zal de verkoop in onze contreien wel beperkt blijven.
1.6 EcoBoost
Ford vergeet de benzinemotoren niet en geeft die wat meer pit. De 1,6-liter turbo (EcoBoost in Ford-taal) levert 160 pk en een koppel van 240 Nm. Dat zorgt voor goede prestaties. Zo spurt de Mondeo van 0 naar 100 km/u in 9,3 seconden. Bovendien is de motor zuinig, met een gemiddeld verbruik van 6,4 l/100 km en een CO2-uitstoot van 149 g/km.