Alles begon in het Derde Rijk in de jaren 30. Hans Trippel, een Duitse ingenieur, kreeg overheidssteun om een amfibievoertuig te ontwikkelen. Zijn project werd uiteindelijk aan de kant geschoven ten voordele van de Volkswagen Schwimmwagen, maar hij gaf zijn project niet zomaar op. Van 1942 tot 1945 zat hij in de gevangenis, waar hij zijn ontwerp verder afstemde.

Alligator

In 1957 ontwikkelde Hans Trippel een prototype, dat hij “Alligator” noemde. Met dit model leurde hij bij constructeurs om het te verkopen, maar niemand leek geïnteresseerd. Bijna niemand, tenminste: Harald Quandt, een rijke industrieel en schoonzoon van Hitlers propagandaminister Joseph Goebbels, toonde interesse en besloot de Alligator te commercialiseren.

Het Westen veroveren

Het project mikte uiteraard op de Amerikaanse markt, een waar eldorado voor Europese constructeurs die op zoek waren naar geld. De Amphicar werd een vierzitscabriolet, kreeg een motor achteraan (die van een Triumph Herald kwam) en een versnellingsbak met vier verzetten. Een transferbak zorgde voor het omzetten van de beweging naar de propellers achteraan wanneer de auto in het water dobberde.

Geplonsd model?

Amphicar mikte op een productie van 20.000 modellen per jaar. Een optimistisch cijfer, zeker omdat er tussen 1961 en 1965 minder dan 3.900 exemplaren werden verkocht. De auto is vandaag nog steeds een van de meest geslaagde amfibievoertuigen op de markt, maar was op heel wat punten voor verbetering vatbaar.

Zo mikte hij op teveel tegelijk, waardoor hij zich niet op zijn gemak voelde op de weg (met een te hoog zwaartepunt) en in het water (de voorwielen zorgden nog steeds voor de richting). Erger nog: het onderhoud was bijzonder lastig, omdat heel wat elementen opnieuw moesten worden gesmeerd na elke passage in het water, en moest de onderkant minutieus worden schoongemaakt.

Vandaag

Ondanks een relatief uitgebreide productie is een Amphicar vinden niet eenvoudig. Reken op ongeveer € 50.000 voor een mooi exemplaar. Meer nog dan bij andere auto’s moet je letten op de kwaliteit van de auto: in panne vallen op de weg is een ding, op het water is iets anders. De motor zorgt niet echt voor problemen, maar de specifieke onderdelen moeten minutieus worden nagekeken. En veel succes met het onderhoud…