Dag op dag 60 jaar geleden, op 27 juni 1962, werd de Alfa Romeo Giulia voorgesteld op het circuit van Monza als opvolger van de Giulietta uit de jaren ‘50. De berline van de 105-reeks zou tot 1978 in productie blijven en groeide uit tot één van de populairste Alfa Romeo’s ooit.

Aerodynamisch

Met de Giulia maakte Alfa Romeo zijn sportieve reputatie toegankelijk voor het grote publiek. Zijn lage gewicht en levendige aluminium motoren met dubbele nokkenassen zorgden ervoor dat hij goed klonk en er een voor die tijd stevig tempo op nahield. Bovendien was er in de eerste exemplaren plaats voor 6, dankzij de doorlopende bank vooraan en een versnellingspook aan het stuur. Die laatste werd al snel vervangen door een traditionele pook op de vloer en de Giulia kreeg ook vier schijfremmen bovenop zijn vijf versnellingen. Allemaal vernieuwend in de jaren ‘60.


Het koetswerk van de Alfa Romeo Giulia is op het eerste zicht eerder vierkant en weinig aerodynamisch. Maar schijn bedriegt: dankzij het uitgekiende ontwerp bood hij een luchtweerstandscoëfficiënt van 0,34… waarmee hij het beter deed dan een Porsche 911 uit die tijd. Dat had hij te danken aan een klein frontaal oppervlak en tal van aerodynamische snufjes, zoals een windgeleider aan het einde van het dak, een afgeknotte achterkant met een uitsparing in de kofferklep en koetswerkranden die concaaf afgewerkt waren. Een aantal van die details verdween bij de ‘Nuova’, het faceliftmodel dat in 1974 geïntroduceerd werd.

Sportieve versies

Terwijl je van de hedendaagse Giulia een GTA-versie met 540 pk kan kopen, zorgde Alfa Romeo in 1963 voor sensatie met de sportieve TI Super uitvoering van de Giulia. De productie was beperkt tot 501 stuks en de 1.6 onder de kap leverde… 112 pk. Het is vandaag één van de meest gezochte uitvoeringen van de Giulia.

Wie naast het levendige stuurgedrag van de Giulia ook iets meer sportieve looks wou, kwam vanaf 1963 aan zijn trekken met de op het onderstel van de Giulia gebaseerde Sprint GT en later de GT en GTV, met een door Bertone getekend koetswerk. Cabrioplezier was er in de vorm van de bijzonder zeldzame op de GT Bertone gebaseerde GTC. Vanaf 1966 was er de Spider, die ook heel wat componenten deelde met de Giulia en het tot 1994 zou uitzingen! Zelfs de TZ-modellen en de excentrieke Montreal (met een V8 onder de kap) waren gebaseerd op het chassis van de Giulia.