Een jaar geleden presenteerde Mercedes een nieuwe dieselmotor: een 2.0 viercilinder. Die vond zijn weg naar de nieuwe E-Klasse en verving de oude 2.1 met een gelijkaardig vermogen. Vlak daarvoor ontdekten de ingenieurs iets interessants: de software van de nieuwe motor kon, tenminste deels, ook worden toegepast op de oude motoren, met als gevolg een vermindering van de stikstofuitstoot.
3 miljoen auto’s
Na een eerste terugroepactie die door de klanten positief werd ontvangen, besliste Mercedes een tweede, uitgebreidere terugroepactie te lanceren, die betrekking had op 3 miljoen auto’s. Kostprijs: 220 miljoen euro. Op basis van die cijfers is het niet verrassend dat zulke terugroepacties verdacht kunnen worden gevonden.
220 miljoen euro: alles is relatief
Bij Mercedes is de uitleg duidelijk: “Het kostenplaatje lijkt aanzienlijk, maar moet in perspectief worden geplaatst met de 3 miljard euro die nodig is om een nieuwe motor te ontwikkelen”, zegt Christophe Vloebergh, woordvoerder van Mercedes-Benz Belgium Luxembourg.
Dieselimago opwaarderen
Mercedes beschouwde de terugroepactie dus als positief, waarbij het tegelijk het imago van de diesel kon oppoetsen en de bestaande auto’s efficiënter kon maken, zonder dat het de klant een euro kostte. De auto’s die al in omloop zijn, zijn volledig conform en probleemvrij, zegt de constructeur, en “de operatie is ook volledig vrijwillig”. Maar na de sjoemelsoftware bij Volkswagen is het perfect te begrijpen dat een terugroepactie voor een update van dieselmotoren voor kritische reacties zorgt.
Storm in een glas water?
Moderne auto’s zitten tjokvol elektronica, dus is het niet verbazend dat ze regelmatige updates krijgen. Smartphones krijgen bovendien ook “updates” die het bedrijf veel kosten maar waar klanten niet van wakker liggen.