Er zijn helden... en er zijn helden. Veel autopiloten hebben ongetwijfeld iets weg van helden. Al kan de doorsnee mens zich niet helemaal ontdoen van de indruk dat de heldhaftigheid met het verscheiden der jaren toch wat taant. Bij het aanzien van een Ascari, een Fangio of een Gonzales die met hun zware lompe bakken op fietsbandjes haast worstelden. En dat over stoffige circuits die verstoken bleven van enige vorm van hedendaagse veiligheid. Tijdens wedstrijden die bij de regelmaat van de klok meer dan 3 uur duurden... Dan krijgen de exploten van Vettel, Alonso en co toch plots iets van braaf treintje rijden. Hetzelfde gevoel heeft diezelfde doorsnee mens bij het nastaren van een in de stoffige verte wegspurtende Loeb of Hirvonen. Die hedendaagse WRC-wagentjes mogen dan al 300 pk hebben, in vergelijking met de vroegere groep B-monsters missen ze toch net iets te veel van de magie van het beest. De Audi Quattro S1 werd in rally-versie geschat op een slordige 450 pk. De Lancia Delta S4 zelfs niet ver onder de 500 pk. Toivonen, Vatanen en anderen daarmee aan het werk zien ... Daar droop de heldhaftigheid met bakken af. Nascar : in Europa ongetwijfeld één van de meest onderschatte vormen van autosport. Maar wel aartsmoeilijk. Wat Kyle Busch en zijn maten presteren vereist absolute kunde, concentratie, respect en bovenal, vertrouwen in elkaar. Zonder gaat aan rond de 300 km/u met z'n drieën -of meer- naast elkaar de bocht ingaan gegarandeerd fout. Grondig fout... Maar Richard Petty in die felblauwe Superbird onder de zenith van Daytona zien doorscheuren ... Dat was toch nog van een andere orde. En zo schijnt het met alles te gaan: wat is de uitstraling van de huidige Le Mans prototypes naast de speren uit de groep C? Groep C die zowaar de populariteit van de F1 in het gedrang bracht ... en dus door Bernie hemzelf vakkundig de vergetelheid werd in gewerkt. Toerwagens : waar is de tijd van de haast heroische gevechten tussen Cleland, Menu en anderen in het BTCC heen? Het lijkt wel of de heroïek langzaam maar zeker uit de motorsport vloeit. Dat een mens wat op zijn honger naar heldenverhalen blijft zitten. Of toch niet? Elk jaar, zo rond einde mei, blijven motorsport-fanaten samenkomen op de Isle of Man. Om er aan waanzinnige snelheden over een circuit bestaande uit gewone eilandwegen te razen. Met bomen, huizen, muren... alles vlakbij de weg. Hier en daar een baal stro. Dat is zowat de idee omtrent veiligheid van de eilandbewoners. Ook al maakt de Tourist Trophy al lang geen deel meer uit van het FIM wereldkampioenschap, toch worden rijders als Guy Martin of Ian Lougher op Man nog steeds onnoemelijk veel meer aanbeden dan Daniel Pedrosa of Casey Stoner. Om nog te zwijgen over legendes als Joey Dunlop. En het kan nog gekker. Op het eiland Man vertrekken de rijders nog één per één om een soort illusie van veiligheid te handhaven. Aan de andere zijde van het water, in Ierland, vertrekken ze gewoon lekker allemaal samen. Met z'n twintigen in pack op twee wielen aan snelheden van boven de 200 mijl per uur over de lokale back-road scheuren... Moet kunnen. Het filmpje hieronder geeft een prachtige impressie van waar Ierse wegraces voor staan. Welkom in de wereld van de Nort West 200 en de Ulster Grand Prix. Van de Flying Kilo. Van Ian Lougher en Guy Martin. Van absolute waanzin en daarom oprechte heldhaftigheid. Heroïscher dan dit kan motorsport niet worden, dunkt mij. En dit is niet iets uit ver vervlogen tijden. Oh nee ... dit doen ze nog steeds. Zelden heb ik met meer kwijl naar het scherm zitten staren ...