Miguel Galluzzi mag zich immers de vader van de Ducati Monster, de Cagiva Raptor, de Aprilia RSV4, de Vespa 946 en de meest recente Guzzi (de California) noemen. Je ontmoet niet elke dag iemand die zo’n grote invloed op de motorgeschiedenis heeft gehad.
Galluzzi leidt ons rond en vertelt ondertussen honderduit. De reden waarom dit center er in Pasadena kwam, aan de westkust van de States was om een ruimere blik te krijgen, om afstand te kunnen nemen en om voeling te krijgen met de nieuwe trends die in Californië vaak vruchtbare grond vinden om te ontluiken.
Hij laat ons zien hoe het center in z’n werk gaat. De 3D-ontwerpen worden naar Italië gestuurd waar de ingenieurs hun opmerkingen geven en de productie van de onderdelen onder de loep nemen. Er zijn 3D-camera’s die toelaten om elk aspect van een project van de ene kant van de oceaan onmiddellijk te delen met de andere kant. Op die manier kunnen beslissingen snel worden genomen en daarvoor zijn er eigenlijk maar vier personen voor nodig in Pasadena. Het grootste obstakel is eigenlijk nog het uurverschil. Terwijl ze in in de U.S.A. ontwaken, valt de nacht in Noale.
Vooruitgang
Galluzzi verduidelijkt nog maar eens dat design in hoge mate beïnvloed wordt door technologische ontwikkelingen en hij verwijst daarmee naar de doorbraak van het aluminium frame bij de eerste GSX-R’s. Dat betekende een ware revolutie. Wanneer hij naar het heden kijkt, dan valt hem vooral op dat LED’s momenteel nog te duur zijn om bij de motoren alles voor hun rekening te nemen.
Wanneer het op elektrisch aangedreven motoren aankomt, dan merken we dat Galluzzi erg op dreef komt. Het LiveWire-project van Harley-Davidson interesseert ‘m zeer erg, maar hij duidt ook op de tweespalt bij het Harley-cliënteel: jongeren vinden het de max, de ouderen vinden het twee keer niets. Galluzzi vindt dat de technologie momenteel nog niet toelaat om echt aantrekkelijke motorfietsen te maken die over de hele lijn aanspreken.
Het huidige aanbod van motoren verbaast hem bovendien. Hoe komt het toch dat we nu zoveel pure testosteron-motoren hebben? Voor Galluzzi moeten motoren garant staan voor plezier en beleving. Vermogen staat daarbij niet op de eerste plaats, maar wel de juiste verhouding tussen gewicht en vermogen.
De eerste keer
Wanneer hij naar jongeren kijkt, dan ziet hij vooral een generatie die niets geeft om wagens, maar een voorkeur hebben voor de fiets, het openbaar vervoer en die begaan zijn met hun impact op het milieu. En wanneer er motorfanaten bij zijn, dan beschikken die zeker niet over dezelfde financiële middelen als de oudere generatie.
Het PADC (Piaggio Advanced Design Center) stelt zich dan ook als doel om motoren te ontwikkelen die aansluiten bij een grote groep mensen, financieel haalbaar zijn, eenvoudig te besturen zijn en voorzien zijn van het typische geslaagde design dat alleen maar uit de Laars van Europa kan komen.
Galluzzi vertelt dat zijn zoon met een Ducati S4 RS rijdt. Die was steeds buiten adem en opgewonden wanneer die thuis kwam. Voor de verjaardag van z’n vrouw gaf hij haar een V7 cadeau. Het duurde echter niet lang vooraleer zoonlief zijn been over de 50 pk ‘sterke’ Guzzi gooide en er mee de baan op ging. Hij kwam met een stralende glimlach weer thuis. Hij had plaatsen ontdekt die hij nog nooit had gezien en had kunnen kennismaken met een heel andere vorm van rijplezier.
Eenvoud
Het hoofd van de designafdeling besluit dat nogal wat fabrikanten te ver zijn gegaan en zo voor een deel vervreemd zijn van hun klanten. Hij wijst daarbij naar het succes van de BMW R nineT, die met een veel minder ambitieus technologisch pakket toch een van de vaandeldragers is van de Duitse constructeur.
Verder ziet hij de opkomst van de café racer en de scrambler met plezier tegemoet. Een mooiere ode aan de eenvoud is er niet. Gekoppeld aan het gevoel van vrijheid, blijft de motor vooral een aankoop die door het hart dan wel door het verstand wordt ingegeven.
Miguel Galluzzi herhaalt nog eens dat de motorfiets weer begerenswaardig moet worden en dat hij dat bij uitstek via ‘eenvoud’ wil doen. Want schuilt het geluk niet net in de eenvoudige dingen?