Het autosalon van Parijs, 2010. Jaguar zorgt voor ophef met het prototype van een supercar die de 75ste verjaardag van het merk viert. Een demonstratie, want deze C-X75 heeft gasturbines als motor. In 2011 kondigt Jaguar de serieproductie van deze supercar aan, maar de turbines worden vervangen door een 1.6 turbobenzine, geholpen door twee elektromotoren met in totaal meer dan 850 pk vermogen.
Eind 2012 maakt Jaguar een einde aan alle dromen door aan te kondigen dat het economische klimaat commercialisatie onmogelijk maakt. Het project wordt gestaakt.
Midden 2013 verrast Jaguar iedereen door zijn concept opnieuw op de voorgrond te plaatsen. Deze keer door de ontwikkeling van de auto te verklaren. Een ietwat wrange nasmaak, want dit zou een mooi avontuur geweest zijn en de C-X75 had een icoon van de moderne tijd kunnen worden.
Jaguar beweert dat het Ferrari, Lamborghini en McLaren had kunnen bekampen, hoewel dit concept slechts aangedreven wordt door een bescheiden 1.6 viercilinder benzinemotor. Maar zijn troef is de turbo zo groot als Schotland. Ontketend door deze drukvoeding, levert de mechaniek meer dan 500 paarden bij 10.500 tr/min. Nooit gezien. Met de twee elektromotoren kan het geheel 160 km/u halen in minder dan zes seconden, terwijl de CO2-uitstoot beperkt blijft tot 89 g/km. Er rest nog een beetje hoop: misschien vinden we deze technologie terug in toekomstige modellen van Jaguar …