Jeugdherinnering
Het is een mooie herinnering, van lang geleden op het circuit van Spa-Francorchamps. Enkele furieuze Britten kwamen de oude legendes het vuur aan de schenen leggen. De ene al sensueler dan de andere qua geluid, geur en vorm. En dan was er de E-Type. Een Lightweight. Deze verduiveld knap getekende auto boeide mij door het onevenwicht in zijn proporties. Plots beslist een mecanicien om hem de weg op te sturen. De zescilinder-in-lijn klettert in de lucht, vult de atmosfeer met een zwaar gegrom dat veel plezier belooft.
Sportieve genen
Diep in de genen van Jaguar schuilt sportiviteit. En niet het soort dat bestaat uit potsierlijke stickers op het koetswerk. Neen, een authentiek sportieve filosofie die het merk naar de winst in Le Mans voerde en later ‘heilige’ coupés en roadsters voortbracht.
Echte afstammeling van de E-Type?
De E-Type was de laatste echte sportwagen van het merk. En dan nog, in zijn eerste versie, met een motor van 3,8 liter. Daarna volgden evoluties als de V12, terwijl de XJS en XK8 de pure sportiviteit ruilden en zich concentreerden op een GT-filosofie. De F-Type keert terug naar de bron met een nostalgisch ontwerp en duidelijke bedoelingen: een waardig en te duchten alternatief bieden voor de aloude Porsche 911. Trouwens, de Jaguar schreeuwt het hardst.
Emotioneel ontwerp?
Wellicht is de F-Type gezien van driekwart achteraan het opwindendste: de gespierde vleugels, de spectaculaire en dubbele uitlaat contrasteren met de finesse van de lichten en de eenvoud van de koffer. In profiel ontstaat de gordellijn zachtjes op het niveau van de koplampen om vervolgens aan kracht te winnen tot boven de achterwielen.
De neus is niet zo oneindig lang als die van de E-Type, maar perfect in evenwicht. Een van de mooiste huidige auto’s? Zonder twijfel, hoewel de mobiele achterspoiler de finesse verstoort vanaf 96 km/u.
Binnenin
Betoverd door dit suggestieve kleedje, glippen we snel naar binnen. Zoals gebruikelijk in een sportwagen zit je erg laag. Maar de sfeer is niet zo charmant als verwacht: de presentatie is sportief, de bediening is specifiek, er is een versnellingspook (in tegenstelling tot de draaiknop in de andere modellen van het gamma) en er zijn zware handgrepen voor de passagier. We missen enkele fijne details zoals het geborstelde aluminium van de eerste E-Type.
Maar laten we niet mopperen: Jaguar is een van de laatste constructeurs die warme interieurs bouwt. De lage en vrij lange zitpositie is perfect. Enige punten van slechte smaak: de bronzen tint gebruikt voor enkele bedieningen zoals de paletten achter het stuur en de startknop. Maar dat is uiteraard een kwestie van persoonlijke smaak.
Start!
We kunnen ons niet meer houden en duwen op de knop die de zescilinder in gang schiet. We krijgen al snel kippenvel op de armen wanneer we de gutturale en spectaculaire klank horen. Nee, de F-Type is niet discreet. De E-Type was het evenmin in zijn tijd. Het is een sportwagen die zich laat horen.
Zacht maar rebels
De stuurbekrachtiging biedt een vreemde consistentie, die in het begin weinig natuurlijk aanvoelt. De F-Type is wel volgzaam, rijdt zachtjes op het koppel terwijl diepe en lage tonen een feest voor het oor zijn. De achttrapsautomaat is ongezien zacht voor het sportwagensegment, waar je vandaag vooral versnellingsbakken met dubbele koppeling vindt, die niet zo zijdezacht werken. Al na enkele meters voelen we ons een met deze machine. Het vertrouwen is er, we kunnen er de zweep op leggen.
Het gaat vooruit!
Met de dynamische modus ingeschakeld, vergeet de uitlaat elke vorm van discretie. De 380 paarden huilen, schreeuwen en doen het asfalt trillen. Het geluid wordt weerkaatst op de rotsen langs deze verlaten weg. De duwt in de rug wordt intenser zodra de wijzer van de toerenteller naar de rode zone gaat. Met een tikje op het palet achter het stuur schakelt hij in de volgende versnelling, met een terugslag in de uitlaat en een te gekke acceleratie. De heldendaden van de Britse E-Type op Francorchamps duiken weer op. Ik mag dan groot geworden zijn, ik droom nog altijd.
Een met zijn auto
Nu nog proeven van het chassis. De F-Type is geweldig evenwichtig, speels en gemakkelijk te besturen. Je leidt hem met de toppen van jouw vingers en tenen. De voortrein lijkt wel direct verbonden met de hersenen en snijdt elk traject scherp aan. De achterkant volgt, afhankelijk van jouw enthousiasme. De duurzame en krachtige remmen zorgen snel voor kalmte. De ophanging voorkomt elke koetswerkbeweging en moedigt je zelfs aan.
Gecharmeerd?
De autohemel is nabij. Opgewonden door het rijke en diepe geluid van de V6 en de reacties van het onderstel, waan je je bijna in de perfecte machine. Maar de F-Type blijft een speeltje. Een duur speeltje dat 86.900 euro kost in deze V6 S-versie, veruit de meest homogene. Nochtans is hij minimaal uitgerust en kosten de opties een fortuin.
En dan zijn er nog de dagelijkse beperkingen, zoals de relatief grote draaicirkel, de belachelijke koffer en het zeer droge comfort van de schokdemping. Het verbruik is dan weer aanvaardbaar: reken op een gemiddeld van 12,5 l/100 km op een gemengd parcours zonder het orkest té hard te kalmeren.
Conclusie
De F-Type is niet perfect. Zo’n schoonheid is dat nooit. Hij is duur en hard opgehangen en verplicht je om zeer licht te reizen. Maar zoals bij alle onweerstaanbare schoonheden vergeef je hem bijna alles door zijn karaktertrekken. De F-Type is een goddelijke minnares die de legende van Jaguar doet herleven, de referenties verstoort en bewijst dat een getalenteerde sportwagen niet altijd Duits moet zijn. Zijn gezang en vorm brengen herinneringen aan de E-Type naar boven. Ik ben overtuigd.