Jeep viert zijn zeventigste verjaardag en is al grondig veranderd sinds het ontstaan van het merk. In juli 1940 lanceerde het Amerikaanse leger een uitbesteding om de moto's en de omgebouwde Ford T's te vervangen die tot dan gebruikt werden als legervoertuigen. Drie bedrijven reageerden meteen: Willys Overland, American Bantam en Ford. Na testen met verschillende prototypes viel de keuze op Willys. Het was de start van het merk Jeep, een naam die naargelang de bron werd afgeleid van de afkorting GP (voor General Purpose) of van het personage Eugene the Jeep uit een tekenfilm van Popeye.
Hoe het ook zij, Jeep is een echt icoon geworden en belichaamt in de ogen van het grote publiek nog altijd dé 4x4. Nochtans moest het merk, dat nu eigendom is van Fiat, zich grondig aanpassen aan de moderne tijd. Zo werd in 2006 de Compass geboren, een neef van de Dodge Caliber en een stads-Jeep die op een vrouwelijk publiek mikt en geen terreinambities heeft. Met zijn 2.0 TDI-motor van Volkswagen was het de eerste Jeep in de geschiedenis die minder dan 7 l/100 km verbruikt (6,8 l/100 km om precies te zijn). Maar de trillingen en het geluid van de motor stelden de constructeur voor grote problemen, net als de povere kwaliteit van de afwerking.
Mooie inspanning
Vandaag, vijf jaar later, geeft Jeep zijn kleinste model een grote make-over. De nieuwe voorkant lijkt als twee druppels water op die van de Grand Cherokee. Gedaan met de ronde, ietwat ongelukkige koplampen. Nu oogt de neus charismatisch. Ook het radiatorrooster en de motorkap zijn nieuw en het geheel is vrij geslaagd. Achteraan vallen de veranderingen minder op, al werd de achterklep hertekend en gebruiken de lichten nu led-technologie.
Eén van de grootste gebreken van het vorige model was de kwaliteit van de afwerking en meer bepaald de kunststoffen. Op dat vlak leverde Jeep een grote inspanning. De materialen werden zachter en zien er beter uit. Op een stuur dat verstelbaar is in de diepte hebben we helaas nog altijd geen recht.
Dank u Mercedes
De nieuwe Compass verbaast het meest op de weg. Eerst en vooral is hij nu beschikbaar met voorwielaandrijving en dat is een goede zaak want bijna geen enkele koper gebruikt de 4x4-aandrijving. Tweewielaandrijving betekent ook minder gewicht. De ophanging werd grondig herwerkt en de koetswerkbewegingen zijn minder aanwezig dan vroeger. De stuurbekrachtiging is consistenter en geeft een betere feeling van de weg.
Op dynamisch vlak is de Compass bijna perfect, afgezien van het rempedaal dat rubberachtig aanvoelt en te weinig bijtkracht toont. Laat je hierdoor niet verrassen, want onder de motorkap gaat het er stevig aan toe. We vinden er een 2.2 diesel van Mercedes-origine, een erfstuk van het spaak gelopen huwelijk tussen de Chrysler-groep en het merk met de ster. De volgende generatie van de Compass, voorzien in 2013, krijgt Fiat-motoren.
Het gaat vooruit
De Mercedes-motor past deze kleine Jeep als een handschoen. Hij is beschikbaar in twee versies: 136 of 163 pk. We hebben de sterkste van de twee getest en het minste wat we kunnen zeggen, is dat hij vlot rijdt. Het koppel van 320 Nm is beschikbaar vanaf 1.400 tr/min. De motor is stil, trilt bijna niet en is krachtig in alle versnellingen van de zesbak. Kortom, heel aangenaam. Kers op de taart is het verbruik van 6,1 l/100 km en de CO2-uitstoot van 172 g/km. Tot slot geven we nog mee dat de Compass beschikbaar is als beperkte serie 70th Anniversary met 18-duimsvelgen, zetels en een stuur in leder, 70th Anniversary-logo's en specifieke tapijten. De prijs bedraagt 29.900 euro.