Twee weken na zijn schitterende resultaten in Monaco (een 6de en een 2de plaats en de 2de plaats in de voorlopige tussenstand van de GP2 Series ), wil Jérôme D’Ambrosio dit weekend in Turkije bevestigen. De piloot van het RACB National Team weet echter dat het niet gemakkelijk zal worden.
In de sport moet je jezelf steeds opnieuw in vraag stellen en ook autopiloten ontsnappen daar niet aan. Gedreven door de wil om hogerop te geraken, heeft Jérôme D’Ambrosio amper van zijn prestaties in Monaco kunnen genieten.
"Uiteraard was ik in de wolken dat ik op het podium stond van de meest prestigieuze en mediagenieke race van het seizoen,» legt de Belgische belofte uit. «Een goed resultaat aan de voet van de rots heeft altijd een bijzondere betekenis voor een piloot, maar wat mij betreft is de race in Monaco toch al een paar dagen vergeten. Ik concentreer me volledig op de komende manches van de GP2 Series."
Een veeleisende meeting…
”Op fysiek vlak wordt de wedstrijden in het kader van de Grote Prijs van Turkije de zwaarste van het seizoen " zegt Jérôme. "Wat het racen betreft is het circuit van Istanbul een topper, maar door de fameuze viervoudige linkse is het ook erg veeleisend en worden de nekspieren er enorm belast. De combinatie heeft een hoek van 180 graden en we nemen de bocht bijna aan topsnelheid. Je lichaam moet dan meer dan 4 G verwerken! De hitte speelt natuurlijk ook een grote rol. Niet alleen is het lichamelijk zwaar, maar ook de bandenslijtage is er groot.”
De uitdaging blijkt echter geen invloed te hebben op de motivatie van de RACB National Team piloot. ”Ik ga naar Turkije om voor de overwinning te strijden! Om daarin te kunnen slagen moet je van bij de kwalificaties sterk presteren. Tijdens de eerste twee meetings hebben we opgemerkt dat onze wagens iets minder snel zijn dan die van de concurrenteie. Samen met de ingenieurs van Dams hebben we geprobeerd die achterstand weg te werken. Omdat privé-testen verboden zijn, maken we gebruik van alle gegevens die we hebben om wat vooruitgang te kunnen boeken en ik heb het gevoel dat we goed werk geleverd hebben.”