Bij de aankondiging van een nieuwe supercar verwachten we ons natuurlijk aan een uitzonderlijke machine. Als die supercar dan nog eens een Lamborghini aan toe is dan kan het niet meer op, het merk dat een stier als symbool gebruikt is trouwens gewoon om met de meest exclusieve auto’s voor de dag te komen. Toch moeten we hier vaststellen dat met de voorstelling van de Reventon in Frankfurt deze Laamborghini iets tekort komt. Wat is er precies nodig om als supercar door het leven te kunnen gaan: om te beginnen moet hij uiterst bijzonder en zelden zijn. Dat is voor deze Lambo niet echt een probleem want er worden er maar 20 van gemaakt. Dan is er de prijs, die moet hoog genoeg zijn om de auto definitief tot de droomwereld te doen behoren. Met een prijskaartje van één miljoen euro, zonder bijkomende taksen, doet de Reventon ook aan die eis. Het design moet zo extreem en uitdagend zijn dat een doorsnee jongen van 10 jaar hem goed genoeg vind om in zijn kamer er een poster van op te hangen. Er uitziend als een straaljager zal deze Lamborghini ongetwijfeld in meer dan één slaapkamer terecht komen! Wat is dan het probleem? Dat probleem zit onder de motorkap. Met een LP640 als basis is deze Reventon een beetje te bescheiden. De V12 van 6.5 liter levert maar 10 extra pk’s op tegenover de “gewone” en “standaard” LP640, dus 650 pk in het totaal. De laat toe om de sprint van 0 tot 100 km/u af te handelen in 3.4 seconden en een topsnelheid te behalen van 340 km/u, een te klein verschil met wat als basis werd gebruikt. We hadden ons eerlijk gezegd verwacht aan het toevoegen van één, of waarom geen twee, turbo’s, een 8 liter motor of een V24 op basis van twee V12’s, om de legendarische reputatie van het merk alle eer aan te doen. Spijtig genoeg kwam daar niets van in huis. En het zijn niet de koetswerkonderdelen uit carbon, de aangepaste E-gear versnellingsbak, het interieur met leder, aluminium of Alcantara dat ons van gedacht gaan doen veranderen...