November 1918, de kanonnen van het westers front zijn tot stilte herleid. Voor sommigen is een periode van kalmte en rust aangebroken, voor andere het begin van een moeilijke periode waarin weinig risico’s genomen worden en waar verveling schering en inslag is... Tim Birkin, die later bekend zou worden door zijn uitdagingen aan boord van een Bentley, maakt deel uit van de tweede groep. Voor hem was elke dag vervelend en zonder enig perspectief…

Uitdaging

Uitdagingen en tot de uiterste limiet gaan werd mogelijk met het racen. Ook in het racen was de invloed van de oorlog merkbaar, na jarenlang technologieën en materialen te hebben ontwikkeld voor oorlogsmachines hebben de ingenieurs er hun lessen uit kunnen trekken om hun eigen bolides te bouwen.

Walter Owen Bentley wou gewoon een snelle wagen bouwen, de snelste van zijn klasse. Het resultaat waren uitzonderlijke machines, gaande van de 3 liter Speed Six, via de 4.5 liters en de Birkin Blowers. Allemaal modellen met hetzelfde doel: ultieme prestaties. Ettore Bugatti omschreef ze in die tijd als de “snelste vrachtwagens van de wereld”. Maar de auto kan het niet allemaal zelf voor mekaar krijgen, er is een team nodig om hem te bouwen en te onderhouden. Dan hebben we het nog niet gehad over de piloten. Talentvolle piloten waren absoluut noodzakelijk en Bentley ging daarvoor op zoek naar de beste piloten:  de “Bentley Boys” …

Frank Clement, geniaal

Frank Clement won de eerste wedstrijd voor Bentley op het circuit van Brooklands. Hij was niet alleen de beste op het circuit, hij was ook een uitstekend mecanicien. De 3 liters die hij voor de Tourist Trophy in 1922 had voorbereid eindigden op de tweede, vierde en vijfde plaats. Achter het stuur van de bolides zaten Clement, Walter Owen Bentley en Hawkes. Hawkes slaagde er zelf in om 13de te eindigen tijdens de 500 mijlen van Indianapolis.

John Duff, de kolos en eerste Bentley Boy

De eerste van de Bentley Boys was John Duff. Een gedreven en vooral sterk man. Duff zat in 1922 tijdens de 24 uren van Brooklands twee dagen lang achter het stuur van zijn Bentley een haalde een topsnelheid van 86.79 mph. In 1923 en 1924 nam hij met Frank Clement deel aan de 24 uren van Le Mans. Het eerste jaar slaagden ze er in om vierde te eindigen met een kapotte benzinetank, in 1924 haalden ze de overwinning binnen. Dit succes, gekoppeld aan het record van Brooklands was het begin van de Bentley legende …

Le Mans 1927 : een heroïsche overwinning

Dokter Dudley Benjafield, of “Benjy”, was een befaamd fysicus. Hij had ook een passie voor de racewereld en werd de tweede van de “Bentley Boys”. Hij nam deel aan de alle 24 uren van Le Mans van 1925 tot 1930. Samen met Sammy Davis haalde hij zelf de overwinning in 1927! Zo’n vijf uur na de start raakten de drie Bentley’s betrokken in een zwaar ongeval bij “Maison Blanche” met twee opgaves als gevolg. Maar er was meer nodig om Benjy te ontmoedigen, en hij reed zo snel mogelijk tot aan de stands. De auto was zo goed als total loss, maar Benjy en Samy hebben beslist om met een geleende zaklamp toch de nacht door te brengen in de auto, en op het circuit. Bij het opgaan van de zon lag de Bentley in tweede positie, en kwam hij steeds dichter bij de koploper, een Aries. De ingenieurs van Bentley merkten een bizar geluid op aan de Aries en vroegen aan Benjy en Davis om plankgas te geven. Ze haalden het onderste uit de kan van hun Bentley 3 liter, die de naam “Old No. 7” had meegekregen.

De « Bentley Boys » club groeit

Verschillende piloten maakten hun intrede in de “Bentley Boys” club, met onder andere piloten zoals Woolf Barnato die van 1926 tot 1931 president van Bentley Motors was. Hij was snel, constant en uiterst atletisch, alles wat van een Bentley Boy verwacht werd. Tijdens de 24 uren van Le Mans in 1928 brak het chassis van zijn 4.5 liter en verhinderde hem om de race verder te zetten. In de laatste ronde ontplofte de radiator en zo kwam Barnato om vier uur stipt als eerste over de finishlijn. Mocht hij voor vier uur over de finishlijn gereden zijn had hij nog 16 km extra moeten afleggen met een radiator zonder water. In 1929 en 1930 won Barnato met de Bentley Speed Six “Old Number One” opnieuw. Voor Barnato was geen uitdaging teveel, en hij ging een weddenschap aan dat hij met zijn Bentley de Trein tussen Cannes en Londen voor kon zijn. Een weddenschap dat hij gewonnen heeft.

Birkin, de atleet

Birkin was een flamboyant en atletisch personage. Naam alles grondig aan en stak veel geld en energie in de ontwikkeling van de Bentley Blower! De Blower was uitgerust met een compressor en was goed voor 165 pk in plaats van de originele 124 pk. Birkin had van niets of niemand schrik en ging zelf achter het stuur zitten van de Bentley Blower. Hij was een uitzonderlijk piloot en had al met succes deelgenomen aan races in Le Mans, Belfast en Pau (waar hij als tweede eindigde in een race met grand prix wagens!), of waar maar ook hij kon deelnemen aan een race. In Brookslands zette hij in 1930 een nieuw record neer met een topsnelheid van 135.33 mph, in 1932 werd dat zelf 137.96 mph, dat is zo’n 220 km/u!

Monsters

220 km/u en 165 pk blijkt vandaag de dag niet echt veel, maar in die tijd waren dat ongelofelijke prestaties. Plaatsnemen achter het stuur van een Bentley Blower maakt dat meteen duidelijk. Die Bentley’s waren enorm en uiterst lomp. Om het stuur van die bolides te kunnen draaien was heel veel kracht en training nodig, de remmen waren amper in staat om de auto een beetje te vertragen en het immens koppel werd overgezet om wielen die kleiner en dunner waren dan die van een huidige C2. Het chassis was uiteraard ook niet te vergelijken met een huidig chassis en had heel veel onderstuur als gevolg. Met de motor bovenop de vooras en de lange motorkap weigerde die auto’s gewoon om te draaien. Van comfort was er natuurlijk ook geen sprake, van veiligheid nog minder. De piloten moesten om zich tegen wind en weer te beschermen genoegen nemen met een bril en hoofdeksel…echte helden als U het ons vraagt…

The Spirit of the times

De Bentley Boys stonden, naast hun reputatie als harde werkers, ook bekend voor hun uitbundige feestjes. In beide gevallen waren de Boys gedreven door snelheid en beleefden elk moment zo intens mogelijk, alsof het de laatste keer was. Een uitzonderlijk avontuur, vandaag de dag waarschijnlijk onmogelijk, maar heel verrijkend. Het was gewoon een ander tijdperk, eentje waar in alle fairplay de strijd op het circuit gestreden werd. Sommigen, zoals Dunfee in Brooklands in 1932, hebben er zelf het leven bij verloren. Na een oorlog overleefd te hebben gingen ze voor niets meer uit de weg, zo ging bijvoorbeeld de auto van Glen Kindston over de kop in Bradshaw’s Brae, en hij stapte uit zijn auto alsof er niets gebeurd was om in 1930 de 24 uren van Le Mans te winnen. Van elke seconde genieten, dat lag aan de basis van de reputatie van de Bentley Boys.