De CEO van Maserati, Harald Wester, is een kleurrijke figuur. Hij weet tenminste hoe hij gebreken kan omzetten in kwaliteiten, zoals de beste politicus in verkiezingstijd. Zo verkondigt hij dat de toekomst van zijn merk samengaat met de ‘beminnelijke imperfecties door het handwerk’ aan de auto’s. Dat is wat anders dan de volgens hem ‘verschrikkelijk saaie’ Duitsers. En dat is nog een brave vertaling.

De Alfieri wordt een kleinere en snedigere 2+2 coupé met een lagere prijs dan de Gran Turismo. Natuurlijk zal die maar een deel van de verkoop van het merk vertegenwoordigen, zeker na de prestaties van de SUV Levante. Toch is de Alfieri van belang, want hij toont de richting die het merk wil uitgaan tussen Alfa Romeo en Ferrari, met modellen van 70.000 tot 150.000 euro. Op middellange termijn wil Harald Wester een jaarverkoop van 75.000 exemplaren realiseren. Ambitieus, maar haalbaar als we het huidige succes van de Quattroporte en Ghibli zien.

Onderhuids

Net als de Jaguar F-Type wordt de Alfieri aangeboden met een V6 en een V8. Hier hebben ze drukvoeding met een turbo in plaats van een compressor bij de Brit. De eerste van de twee wordt aangeboden in twee varianten (410 en 450 pk) en voorziet alleen de achterwielen van koppel. De tweede motor levert 520 pk, maar mogelijk wordt alleen vierwielaandrijving gekoppeld aan deze mechaniek. Nog qua transmissie biedt Maserati wellicht geen manuele versnellingsbak en concentreert het zich op de uitstekende ZF-automaat met acht versnellingen.

De commercialisatie van de Alfieri wordt verwacht in 2016, met een cabrioletversie in 2017. De prijzen schommelen rond 100.000 euro.