Laten we eerst een blik werpen op de technische fiche. We stellen vast dat het vermogen 90 pk bedraagt tegenover 110 pk voor de Cooper D en dat het koppel daalt van 240 Nm (en zelfs 260 Nm in overboost) naar 215 Nm bij 1.750 toeren per minuut.
Toch zijn de prestaties niet spectaculair slechter. De topsnelheid bedraagt 182 km/u tegenover 195 km/u en in 11,5 seconden spurt de One D van 0 naar 100 km/u, wat maar een halve seconde trager is dan de Cooper D.

De uitrusting is bijna hetzelfde als die van zijn sterkere broer, met onder meer een partikelfilter, Brake Energy Regeneration, een start-stopsysteem en het Shift Point Display dat de bestuurder het ideale schakelmoment toont. Het verbruik en de CO2-uitstoot zijn helemaal hetzelfde: 3,9 l/100 km en 104 g CO2/km. Hier kun je dus niet op besparen.

Detailverschillen

De One D neemt het onderstel integraal over van de Cooper D, inclusief stabiliteitscontrole, elektrische stuurbekrachtiging, geventileerde schijven vooraan, ABS, starthulp op hellingen en de zesversnellingsbak.
Ook wat de comfort- en veiligheidsuitrusting betreft zit je goed: radio-cd, zes airbags, in de hoogte regelbare bestuurderszetel, in de diepte regelbaar stuur , elektrische ruitenheffers, bandendrukcontrole, elektrisch bediende en verwarmde spiegels, centrale vergrendeling en diefstalbeveiliging.

Uiterlijk kun je de One D herkennen aan zijn dak in dezelfde kleur als het koetswerk en de zwarte achteruitkijkspiegels, de greep op de achterklep en omlijsting van het radiatorrooster. Op de Cooper D biedt bovendien nog een manuele airco, 15-duims lichtmetalen velgen, dak en spiegels in een contrasterende kleur en wat chroom op het radiatorrooster en de achterklep. Voor airco betaal je op de One D 900 euro extra en voor de velgen moet je nog eens 470 euro neertellen. Met een vergelijkbare uitrusting kost een Mini One D dus pakweg 1.500 euro minder dan de Cooper D.

Verdict op de weg

Na een weekje rijden met de Mini One D over een afstand van 2.000 km hebben we een duidelijk beeld van de auto. Op geen enkel ogenblik hebben we de 20 pk extra van de Cooper D gemist. Alle kwaliteiten en minpuntjes van de Mini vind je ook terug in de One D: het levendige en amusante onderstel, het beperkte comfort, de kleine kofferruimte, enzovoort.

In het huidige verkeer is het verschil in prestaties verwaarloosbaar. De vele snelheidsbeperkingen laten toch niet toe om het onderste uit de kan te halen. De One D rijdt even aangenaam als de Cooper D. Alleen op de autosnelweg laat het verschil zich voelen, bijvoorbeeld als je inhaalt bij hoge snelheden. Dankzij de uitstekende en niet te lang gespreide zesbak rijden beide auto’s even plezierig.

Goed idee

De Mini One D is niet zomaar een basis-Mini. Hij rijdt plezierig en doet maar twee kleine toegevingen qua uitrusting: airco en aluminium velgen. Geen onoverkomelijke dingen en daarmee komt de prijs van de knappe Brit wat meer in de buurt van de concurrentie. Dankzij de overheidskorting van vijftien procent op de aankoopprijs wordt het zelfs heel interessant. De beperkte ruimte binnenin en het harde ophanging moet je er wel bijnemen.