In 1968 wegen de jaren op de Lamborghini 400 GT 2+2. Hij was het eerste ontwerp van het merk en zijn ronde vormen passen niet meer echt bij de tijdsgeest. Een ander probleem is dat Lamborghini traditioneel een beroep doet op koetswerkbouwer Touring, maar die ging failliet in 1967. De Italiaanse constructeur wendt zich dus tot Marazzi, dat de werknemers van Touring heeft overgenomen. Helaas blijkt het koetswerk dat daaruit voorkomt lang niet zo geïnspireerd als dat van zijn voorganger.
S-versie als afscheidsrondje
In 1968 wordt de Islero voorgesteld op het salon van Genève. Onder zijn motorkap ligt de V12 van zijn voorganger, met name een V12 van 3,9 liter met 325 pk. Ondanks die troef slaat hij niet echt aan. De Islero wordt te conventioneel en te slecht afgewerkt bevonden en krijgt een slechte ontvangst. In 1969 gelooft Lamborghini er nog in en ontwikkelt het een krachtiger variant met de motor van de Miura. Het vermogen stijgt tot 350 pk en de spurt van 0 naar 100 km/h wordt in 6,5 seconden afgewerkt! Maar het mag niet baten, de klanten moeten hem niet. In 1970 gooit Lamborghini de handdoek in de ring en wordt het model vervangen door de Jarama.
Vandaag
Met een productie van slechts 225 exemplaren is de Islero niet dik gezaaid. Dat vertaalt zich in hoge prijzen, met bedragen van rond de 300.000 euro. In het gebruik heeft dit model erg regelmatig de zorgen van een expert nodig, zoals het bij een prestigieuze motor hoort. Het afstellen van de zes dubbele carburatoren leidt trouwens tot forse facturen!