Al was er de afgelopen dagen al heel wat nieuws gelekt, toch was het dringen geblazen bij de verschillende constructeurs. De nieuwigheden waren immers niet van de poes. De MotoGP zet de ontwikkelingsdrang bij de fabrikanten immers in vuur en vlam, want de woorden ‘fight’ en ‘race’ lagen op ieders lippen.

Ducati trok het laken van de nieuwe Panigale, Aprilia stelde de RSV4 en de Tuono voor en Kawasaki - dat begin oktober nog de hele motorwereld verbaasde met z’n 300 pk sterke H2R - lanceerde nu de voor de openbare weg gehomologeerde H2 voor.

MotoGP
Yamaha liet Valentino Rossi en Jorge Lorenzo de onthulling van de nieuwe R1 voor hun rekening nemen en de Italiaan benadrukte nogmaals dat zonder de aanwezige elektronica het niet mogelijk is om dit soort machines ten volle te benutten. Hetzelfde mogen we zeggen van de BMW S1000RR die in Keulen werd voorgesteld en in Italië er meteen een hoogpoter-broertje bij kreeg: de XR.

Motorlegende in wording Marquez mocht ons bij Honda warm maken voor de RCV213: een hypersport die meer weg zal hebben van een MotoGP-machine met richtingaanwijzers en die de fabrikant mogelijk in erg beperkte oplage zal commercialiseren.

Too much…? 
Het is allemaal ‘meer dan een hand vol’. Zelfs met twee handen kom je niet toe. Ook voor de motorrijder die niet met kneesliders rondloopt. Je droomt van verre horizonten en je wil je door niets laten tegen houden? Dan is er de nieuwe Ducati Multistrada. Of de S1000XR van BMW als je voor Duitse sérieux gaat. Ben je eerder op zoek naar Oostenrijkse efficiëntie? Dan wacht de KTM Super Adventure op jou.

Hun overeenkomsten? Ze produceren allemaal minstens 160 pk en zijn voorzien van de noodzakelijke (?) elektronica om je recht in het zadel te houden.

Of niet? 
Trop is te veel. Maar vergeet niet dat de Europese motormarkt stilaan als ‘peanuts’ beschouwd mag worden. Tot die conclusie kom je als je verkoopaantallen ziet die in de opkomende industrieën worden weggezet. Voor die landen worden er vaak modellen met kleinere motorblokken gemaakt.

En het is voor een motorconstructeur niet veel moeite om een container van deze modellen naar Europa te verschepen, al is die reflex nog niet bij alle fabrikanten aanwezig. Kawasaki doet dat met haar 250cc en 300cc modellen al wel.

Gezond verstand
Tussen deze twee extremen zien we echter ook een aantal modellen die duidelijk aantonen dat het gezond verstand nog niet dood is. Kijk maar naar de Yamaha MT-09 Tracer, de opgefriste Triumph Tiger 800 en de Honda VFR800 Crossrunner.

Niet te zwaar, krachtig, met een haalbaar prijskaartje, rijplezier waar je geen elektronica voor nodig hebt, polyvalent en dagdagelijks inzetbaar,… Het zijn troeven die ze allemaal hebben.

Het is geen blinde pk-wedloop, want de fabrikanten hebben een brede blik ontwikkeld. Kijk naar Ducati die voor de Scrambler een aparte stand had en KTM die onverwacht een Adventure 1050 onthulde die 95 pk sterk is. Heeft men dan toch begrepen dat 160 pk niet altijd een vereiste moet zijn?