Geheim waren de plannen van Rolls-Royce niet, evenmin dat de SUV Cullinan zou gaan heten. In 2015 bevestigde de Britse luxeconstructeur al dat het aan een SUV werkte. Dat de projectnaam “Cullinan” was ontkende Rolls-Royce evenmin.
Uitzichtpunt
Het resultaat is een – wat had je gedacht? – imposante SUV geworden, met klassieke Rolls-Royce-elementen zoals het rijzige radiatorrooster en de omgekeerd openende achterportieren (de zogenaamde “suicide doors”). Met een uit de kluiten gewassen achterklep die in twee delen opengaat is de Rolls-Royce Cullinan trouwens de eerste vijfdeurs in de geschiedenis van het Britse merk.
Je kunt op de kofferrand zelfs een extra setje stoelen en een tafeltje uitplooien. Perfect wanneer je je als een oliesjeik door het mulle woestijnzand laat rijden en toch even van het uitzicht wilt genieten. Want vergis je niet: de vraag naar dit soort luxe-SUV’s komt vooral uit het Midden-Oosten.
Winstmarges
Ook in Azië en Noord-Amerika, voor Rolls-Royce de belangrijkste afzetmarkten, gelden ze als statussymbolen. Rijke kopers kijken er niet op een yuan, won of dollar meer of minder om zich een grote auto aan te schaffen, en die er niet uit te laten zien als de Cullinan van hun buurman.
Sinds prestigeconstructeurs begrepen hebben hoe groot de vraag naar zulke luxe-SUV’s precies is en dat de winstmarges het grootst zijn in de talloze personalisatiemogelijkheden, schieten ze als paddenstoelen uit de grond.
Sinds 1970 is er al de Range Rover, maar die mikte pas echt op het luxesegment met het model uit 2002. In 2016 kwamen er de Bentley Bentayga en Maserati Levante bij. Dit jaar zwichtte Lamborghini zelfs, met de Urus. En ook Ferrari vertoonde begin dit jaar op het salon van Detroit de eerste tekenen van afbrokkelende weerstand.
Niet dat Rolls-Royce voor zijn overlevingskansen afhankelijk is van een SUV, integendeel: in 2017 liet het Britse luxemerk een verkoopcijfer van 3.362 handgebouwde Rolls-Royces optekenen. En dat in een jaar waar Rolls het grotendeels zonder zijn absolute vlaggenschip moest doen, de Phantom.
Phantom-basis
Deze nieuwe Cullinan deelt trouwens zijn aluminium platform met de Phantom, voor minder gewicht en meer stijfheid. Ook de 6,75 liter grote V12 met twee turbo's, 570 pk en 850 Nm doet in licht gewijzigde vorm dienst in de Phantom. Verder liggen de personalisatiemogelijkheden op het verwachte Rolls-Royce-niveau, van exclusieve leder- en houtsoorten en -kleuren over whisky- en champagneglazen voor de achterpassagiers tot extravagante wensen die je discreet met je Rolls Royce-adviseur kunt bespreken.
En jazeker: het analoge klokje op het dashboard is volgens het cliché nog steeds luider dan de rest van de auto (een idee van reclameman David Ogilvy trouwens, die een opmerking van een Britse autojournalist handig als slogan gebruikte). En tot slot dat andere cliché: naar de prijs hoef je niet te vragen, want dan kun je deze Rolls-Royce Cullinan wellicht niet betalen.