Het gaat trouwens niet om een goedkoop model, maar om een compacte wagen onder de 488 GTB. Ferrari wil zijn verkoop verhogen en breidt zijn gamma uit om dat te bereiken. Mogelijk ligt er een V6 onder de motorkap. Het merk met het steigerende paard onwaardig? Vergeet niet dat Ferrari V6-motoren produceert voor Maserati (en binnenkort Alfa Romeo) en dat ook de eerste Dino een V6 had. De toekomstige Dino wordt trouwens een Ferrari en geen apart merk, zoals dat het geval was in de jaren zestig en zeventig.

50 jaar geschiedenis

Alfredo ‘Dino’ Ferrari, de zoon van ‘il Commendatore’ Enzo Ferrari, was een schitterend ingenieur maar hij leed helaas aan een erfelijke spierziekte. Voor hij stierf, legde vond hij nog de tijd om de basis van een V6 te ontwerpen. Die werd gebruikt voor racewagens en vanaf 1967 voor seriewagens.

Alleen V12

Enzo Ferrari wou het gamma naar beneden uitbreiden, maar weigerde het bekende paardje op te kleven op een auto zonder V12-motor. De keuze was snel gemaakt: het nieuwe merk heette Dino, als eerbetoon aan zijn tragisch overleden zoon.  De eerste Dino voor de weg werd de 206 GT, een knap design (Pininfarina) gepresenteerd in 1967. Deze lichte auto werd aangedreven door een rustigere variant van de race-V6: de tweeliter leverde ongeveer 165 pk. Meer nog dan de eerder bescheiden prestaties, verbaasde vooral het weggedrag, met een uitstekend evenwicht vooral dankzij de centrale motor.

In 1969 kwam werd de Dino 206 GT vervangen door de 246 GT, waarvan de motor werd opgevoerd tot 2,4 liter. Het vermogen won een dertigtal pk maar vooral het hogere koppel maakte de auto levendiger. Tony Curtis, alias Danny Wilde, maakte er zijn dagelijkse vervoermiddel van in de serie The Persuaders. Er werden 3.700 exemplaren van gebouwd en er kwam nooit echt een vervanger, tenzij de 308 GTB die een reeks Ferrari-berlinettes met centrale V8-motor inluidde.

308 GT4

In 1973 lanceerde Dino de 308 GT4. Die was meer geschikt voor gezinnen en Bertone zorgde voor een hoekige stijl. Een gedurfde stijl, waar de meningen tot op vandaag verdeeld over zijn.  Geen V6 onder de motorkap maar een drieliter V8 met 255 pk. Voor Italië werd een fiscaal interessante versie 208 GT4 ontwikkeld met een tweeliter die zo’n 170 pk produceerde. In 1976 zette het model zijn carrière voort, maar deze keer onder het label Ferrari. De klanten waren meer gehecht aan het merk met het steigerende paard.

Wat met de toekomstige Dino?

Het blijft afwachten welke richting Ferrari uitgaat. Kiest het voor een berlinette met twee plaatsen en centrale motor of een coupé, eveneens met centrale motor maar met 2+2 plaatsen? Onder de motorkap verwachten we een V6 biturbo, al zou een V8 vanuit historisch oogpunt ook zeker op zijn plaats zijn.