1. Zorg voor geldige documenten

Kijk na welke documenten je nodig hebt voor je huisdier in de landen die je aandoet. Reis je binnen de Europese Unie, dan moet je een geldig huisdierpaspoort hebben. Je hond chippen voor het geval hij wegloopt of gewond geraakt bij een ongeval, is eveneens van belang.

2. Bezoek de dierenarts

Loop voor je vertrekt nog even langs de dierenarts voor een check-up van je hond. Zo kom je op je reisbestemming niet voor onaangename verrassingen te staan.

3. Verminder de stress van je hond

Ideaal geef je je hond minstens twee uur voor het vertrek geen eten meer. Laat hem alleen water drinken of geef hem eventueel iets tegen de misselijkheid zodat hij niet braakt of wagenziek wordt.

4. Denk aan de veiligheid aan boord

Laat je hond niet los in de auto zitten. Volgens de wegcode moet je dieren veilig vervoeren, zodat ze de chauffeur niet storen en de stabiliteit van de auto niet in gevaar brengen. Gebruik een dierenbench, een harnas of een scheidingsnet, afhankelijk van de grootte van je hond.

5. Zet het raampje open, maar niet te ver

Af en toe het interieur verluchten met frisse lucht is een goed idee, zelfs als de airco opstaat. Vermijd wel dat je hond zijn kop uit het raam steekt, want dat kan een oog- of oorinfectie veroorzaken.

6. Pauzeer

Net als mensen moet je hond af en toe ook de benen – of poten – kunnen strekken. Doe dat minstens elke twee uur. De pauze is ook het ideale moment om je hond water te laten drinken.

7. Vergeet je hond niet te belonen

Na een lange reis moet je huisdier wennen aan zijn nieuwe omgeving, eten, een frisse neus halen en spelen. Het ideale moment om hem te belonen voor zijn goede gedrag.