Toen de regering-Michel enkele maanden geleden haar Zomerakkoord voorstelde, wilde ze de zogenaamde “fake hybrides” aanpakken, plug-inhybrides die door hun kleine batterij in de praktijk alleen op hun verbrandingsmotor reden, maar wel van het fiscale voordeel van een hybride konden profiteren.
Doelstelling voorbij
Als norm voor wat als een “echte” en een “fake” hybride werd beschouwd, stelde de regering een batterijcapaciteit van 1 kWh per 100 kilogram autogewicht voorop. In de praktijk kon daardoor zowat geen enkele hybride meer als volwaardige hybride worden beschouwd. Daarop besliste de regering om de norm te verlagen naar 0,6 kWh per 100 kilogram.
Opnieuw verlagen
Nu zou de regering de norm opnieuw willen verlagen, deze keer naar 0,5 kWh per 100 kilogram. Dat is goed nieuws voor heel wat modellen die als echte hybrides in de markt worden gezet maar voordien uit de boot vielen, zoals de Toyota Prius Plug-in, Hyundai Ioniq Plug-in en Kia Niro PHEV. Ook de Volkswagen Golf en Passat GTE, Audi A3 e-tron en BMW 530e iPerformance worden daardoor als volwaardige hybrides beschouwd.