Om de vijftigste verjaardag van de Alpine Berlinette te vieren, haalt Renault de naam Alpine van onder het stof voor een bijzonder prototype, dat dit weekend voorgesteld wordt tijdens de Grote Prijs Formule 1 van Monaco.

In 1962 maakte het publiek van de autoshow van Parijs kennis met de A110 Berlinette, ontworpen door Jean Rédélé. De nieuwe Alpine A110-50 concept car is een eerbetoon aan deze compacte sportwagen en luidt misschien de terugkeer in van de legendarische merknaam die in 1994 verdween. Er zijn geruchten dat Alpine een nieuw submerk voor sportieve modellen zou worden, maar dat is nog niet officieel bevestigd.

Het koolstofvezelkoetswerk van de A110-50 is, zoals de Alpine-traditie voorschrijft, gespoten in het blauw. Opvallende accenten van het studiemodel zijn de gele led-lampen in de vorm van een halve cirkel, de achterruit met zicht op de motor centraal achterin en de twee luchtinlaten aan de zijkant (links voor de koeling van de versnellingsbak, rechts voor de motor).

DéZir en Mégane Trophy

Zowel het design als de techniek van de Alpine A110-50 komt bekend voor. De ontwerpers gebruikten namelijk het eerder gepresenteerde studiemodel DéZir als vertrekpunt. Het buizenchassis stamt van de racewagen Mégane Trophy, maar werd stijver gemaakt. De nieuwe Alpine heeft ook dezelfde wielbasis als de Mégane Trophy en is 4.330 mm lang.   

400 pk

Als krachtbron installeerde Renault achteraan in het midden een 3.5 V6-benzinemotor met 400 pk, gekoppeld aan een halfautomatische zesversnellingsbak. Precieze prestaties zijn niet bekend, maar dit moet ruim volstaan voor een compacte tweezitter van 800 kg. De bestuurder kan maar beter over de nodige stuurmanskunsten beschikken, want hulp van tractiecontrole of ABS-remmen is niet voorzien: alle paarden worden direct op de achterwielen losgelaten.