Caramba!
Blijkbaar wil onze gps nog wat langer in zijn geboorteland blijven, want kort na de Frans-Spaanse grens geeft hij er de bui aan. Volgens de elektronica zouden wij ons in het midden van de pampa bevinden. Vervelend, maar gelukkig waakt Maria over ons hebben en houden en vinden we toch onze weg.
Uiteindelijk komen we in L’Escala aan. Er wacht ons een weekje vakantie en ondertussen gunnen we de Laguna Coupé ook wat rust. We genieten van sangria, tapas en andere lokale specialiteiten, terwijl zich nog enkele vrienden bij ons voegen. Wat kan het leven mooi zijn.
Vijf dagen later
Met een kleurtje dat meer op een gare kreeft dan op een goed gebakken steak lijkt, keren we weer naar huis. Onze vrienden blijven nog wat langer in L’Escala om hun intense toeristische activiteiten nog wat voort te zetten.
Onze Laguna Coupé is weer helemaal bekomen en met de kaart in het handschoenkastje drukken we op de startknop. Na enkele seconden heeft de Laguna een perfect stationair toerental gevonden en zijn we klaar voor de lange rit. Terwijl het er buiten weer naar uitziet dat het een bakoven zal worden, leg ik mijn hand op de koele versnellingspook. Meteen schiet het beeld van die heerlijke sorbet op het terras me weer voor de geest.
Maar we doen het rustig aan en voorzien een overnachting in Toulouse. Deze vierde grootste stad van Frankrijk (500.000 inwoners) heeft een mooi historisch centrum dat perfect in een commercieel gedeelte overgaat. Jammer dat we niet meer tijd hebben, want de ‘roze stad’ is toeristisch erg interessant. Het zal voor een andere keer zijn.
De maagd van Orléans
Na Toulouse nemen de autosnelweg richting Tours. Gelukkig is de snelheidsregelaar standaard bij de Laguna Coupé. Sommige stukken van de autosnelweg zijn echt eentonig en de schrik voor de heren met kepie die zich met een verrekijker in de bosjes verstoppen, dwingt me om de snelheidsbeperkingen te respecteren. Akkoord, het is niet de mooiste of prettigste manier van reizen, maar wel de snelste.
Tours is ontegensprekelijk een van de aangenaamste ontdekkingen tijdens onze tocht. De stad heeft eenheel eigen karakter en de mooie vakwerkhuizen gaan mooi samen met de jonge en losse sfeer die er heerst.
Mis vooral de kathedraal met zijn asymmetrische klokken niet en het historische centrum. Hier predikte Jeanne d’Arc haar medestanders de revolutie. Vandaag is het een uitgangsbuurt met tal van terrasjes en een nooit aflatend feest.
Mooi kasteel
Als we dan toch in Tours zijn, kunnen we beter een tochtje maken langs de kastelen van de Loire. We richten onze pijlen op Chenonceau, Blois en Chambord. Over kasteel Chenonceau is iedereen het eens: de overweldigende architectuur van het half over de Cher hangende kasteel is een duidelijk bewijs van de macht en de rijkdom van Henri II. De tuinen alleen al zijn de omweg waard.
Blois is indrukwekkend door zijn grootte, maar ook door het intelligente ontwerp en zijn rijke geschiedenis. Henri III beraamde hier de moord op hertog François de Guise, bijgenaamd le Balafré (met het litteken). Met geanimeerde reconstructies kun je deze historische gebeurtenissen herbeleven in het kasteel zelf en duik je
400 jaar terug in de geschiedenis.
Het kasteel Chambord was het jachtgoed van François I en heeft een minder rijke geschiedenis dan beide andere kastelen. Maar de afmetingen zijn toch adembenemend. Zo telt het gebouw onnoemelijk veel schouwen en werd de ingenieuze trap voor een deel door Leonardo da Vinci ontworpen. Een aanrader als je in de buurt bent.
Opnieuw rust
Met ons hoofd nog tussen de kastelen stomen we verder richting België. Nabij Parijs komen we terecht in de nachtmerrie van elke bestuurder: een file. De lichtstad mag dan een paradijs zijn voor de toerist, voor de autobestuurder is het een ware hel.
Het idee om op een vrijdagmiddag langs Parijs te rijden bleek een vergissing. Twee uur lang schoven we aan en aan de werken op de ring was het verduiveld uitkijken voor de bliksemsnelle scooters die uit alle richtingen leken op te duiken. Ze wringen zich een weg tussen de auto’s en zijn een spannend maar ook stresserend spektakel op zich.
Eens de Franse hoofdstad voorbij, rijden we ontspannen verder. We werpen even een blik op het gemiddelde verbruik: 7,4 l/100 km. Helemaal niet slecht, rekening houdend met het vermogen, de files en de kleine en energieverslindende wegjes die we kozen.
Balans
Na onze terugkeer in België maken we de balans op van onze reis. De Laguna Coupé is een echte GT die zich als reiswagen helemaal in zijn sas voelt. Hij rijdt soepel en comfortabel, terwijl de vierwielsturing duidelijk de efficiëntie verhoogt op bochtige trajecten. De motor is met 180 pk krachtig en bereidwillig, maar onder 2.000 tr/min onvoldoende soepel, wat in bergachtige streken een groot nadeel is. We zouden dan ook eerder voor de versie met 150 pk kiezen, die homogener en aangenamer is. Meer is niet altijd beter.