Eind juni 2007 brengt Renault een Mégane 1.6 16v 105 pk met bioéthanol E85 op de markt. Dit is de eerste keer dat Renault een auto op bioéthanol op de markt brengt in Europa. De huidige motoren werden als basis gebruikt en werden aangepast om automatisch op dit soort brandstof te kunnen draaien. De wijzigingen gebeurden, onder andere, aan de benzinetank en het injectiesysteem. Om deze auto te bouwen heeft Renault beroep gedaan op zijn ervaring dat ze hebben opgedaan in Brazilië waar ze sinds 2004 de Clio en Mégane Flex Fuel op bioéthanol E100 op de markt brengen. Voor Renault is het gebruik van biobrandstoffen één van de oplossingen om op middellange termijn de uitstoot van schadelijke stoffen in bedwang te houden. Bioéthanol is een natuurlijke brandstof die verkregen wordt door het distilleren van plantaardige grondstoffen. In Europa gebruikt men daarvoor bijvoorbeeld tarwe of bieten, in Brazilië is dat rietsuiker en in de US gebruiken ze maïs. Daarna wordt de bioéthanol met benzine gemengd met verschillende verhoudingen, 5 % voor de E5, 10% voor de E10, 85% voor de E85 en in Brazilië gaat dat tot 100% voor de E100. Wat de karakteristieken betreft zijn de verschillen miniem: het vermogen blijft identiek (105 pk), alleen het koppel valt terug van 155 tot 148 Nm. De impact op de prestaties is dus te verwaarlozen. Voor deze versie komen zowel de berline als de break in aanmerking.