Roadster? Misschien…
Het is moeilijk om de Wind te positioneren binnen de markt. Deze sportieveling is klein (3,8 meter lang) en doet een beetje aan de Daihatsu Copen denken. Zelfs als hij stilstaat straalt de Wind al plezier uit: zijn leuke smoeltje is gewoon onweerstaanbaar. Met zijn lange koffer met twee bulten zou je haast denken dat hij een centrale motor heeft. Niets daarvan, de motor ligt voorin en drijft de voorwielen aan. Vergeet niet dat dit onderhuids gewoon een Twingo blijft, ook al heeft hij maar twee zetels.
Motoren
Renault biedt keuze tussen twee motoren, die allebei benzine verbranden: de 1.2 TCe met 101 pk of de atmosferische 1,6-liter met 133 pk uit de Twingo RS. Gelukkig konden we ze allebei testen.
Laten we beginnen met de kleinste van de twee. De kleine cilinderinhoud tekent een wat meewarige glimlach op de lippen van de autoliefhebber, maar een turbo zorgt voor 101 pk en vooral een koppel van 152 Nm aan 3.500 tr/min.
Leuke cijfers, maar hoe vertaalt zich dat op de weg? De resultaten zijn verbluffend. De motor voelt aan alsof hij een grotere cilinderinhoud inhoud heeft en garandeert rijplezier vanaf de laagste toerentallen tot 5.000 tr/min. Hij verricht zijn taak zonder morren en erg efficiënt en geeft je nooit de indruk om vermogen verlegen te zitten. Hij reageert soepel en is ideaal voor de stad. Zo kun je de verschrikkelijke versnellingspook toch een beetje vergeten, want de manuele vijfbak schakelt erg hakkelig.
De 1.6 reageert wilder op een impuls van de rechtervoet. Hij klimt graag in de toeren en stoot hierbij een hese en sportieve brom uit. De 133 pk’s zijn duidelijk aanwezig, maar komen pas in de hoge toeren tot ontplooiing.
Onderin geeft hij niet thuis. Het koppel van 160 Nm komt pas vrij bij 4.400 tr/min, waardoor de motor bij lage toeren hol aanvoelt. Schakel je een of twee versnellingen lager, dan komt het duiveltje weer uit de doos. Een motor met een heel andere manier van rijden dan de kleine 1.2 TCe. Jammer genoeg is de versnellingsbak identiek aan die van zijn kleinere broer en dus net zo hakkelig.
Rijgedrag
Renault gaf beide versies van de Wind een eigen karakter mee. De 1.6 is sportiever en dynamischer dan de versie met de kleine 1.2. Heb je een voorkeur voor bochtige wegjes en een levendige achteras, dan kies je beter voor de 1.6. Met deze motor in het vooronder is de Wind resoluut sportief. De voortrein stuurt messcherp terwijl even het gaspedaal lichten voor heel wat sensatie zorgt. De achterkant breekt dan een beetje uit, liefhebbers van overstuur worden op hun wenken bediend. Voorzichtigheid is echter geboden voor onervaren bestuurders: het speelse karakter kan beginners verrassen.
De 1.2 TCe reageert veel bezadigder, maar ook hier volgt de achterzijde af en toe zijn eigen weg. De ophanging voelt zachter aan en de auto verliest wat van zijn rijprecisie en levendigheid, al blijft het binnen de perken. Enig minpuntje zijn de remmen, bij een erg dynamische rijstijl zijn die wat nipt.
Comfort
Wind? Tja, wind is er genoeg. Nadat je het dak ontgrendeld hebt, vouwt klapt het automatisch samen achter je en is het tijd voor een ritje in de open lucht. Maar hoop vooral niet dat jouw haren mooi in de plooi blijven. Al snel steken turbulenties rond jouw hoofd de kop op. Op autosnelwegen wordt het zelfs onaangenaam. We wachten met ongeduld op een windscherm.
Voordeel van de ver naar voren geplaatste voorruit is dan weer dat je helemaal in de open lucht zit, met niets anders dan de hemel boven je hoofd. De ophanging is behoorlijk comfortabel en de geluiddemping correct. Grotere bestuurders zitten echter niet ideaal aan het stuur van de Wind.
En wat met de praktische kant? De koffer is verbazend ruim met een inhoud van 270 liter, wat ook de positie is van het dak. Wel bemoeilijken de hoge laaddrempel en twee verstevigingsbalken de toegang tot de koffer.
Opbergvakken zijn niet bepaald het sterkste punt van de Wind, maar vooral het zicht ¾ achteruit is erbarmelijk. Stijl heeft nu eenmaal zijn consequenties. Over de afwerking willen we nog kwijt dat het harde plastic allesbehalve sexy oogt en dat hier en daar toch enkele piepjes en kraakjes opdoken.
Prijzen
De Wind 1.2 TCe Dynamique kost 17.450 euro. Standaard is een lederen stuur inbegrepen, net als een boordcomputer, een snelheidsregelaar, zetels bekleed met leder en stof, een radio met twee luidsprekers, manuele airco en nog enkele extra’s. Kortom, een correcte uitrusting.
De 1,6-liter is alleen verkrijgbaar in de Exception-uitvoering vanaf 19.950 euro. Voor een ‘afgeknotte Twingo’ kan dat tellen. Je krijgt wel meer uitrusting, zoals automatische airco, ESP, een radio met vier luidsprekers en leuke 17-duimsvelgen.
En het verbruik? Iets meer dan 8 l/100 km voor de 1.2 TCe. De 1,6-liter zestienklepper doet daar nog een litertje bovenop. De korte verhoudingen van de versnellingsbak zijn niet echt gunstig voor een economy run.
Conclusie
De Wind tekent voor de terugkeer van de ‘plezierauto’ en daar kunnen wij helemaal achter staan. Aan het stuur is plezier gegarandeerd. De 1.2 TCe richt zich op een rustiger publiek dat geregeld de stad opzoekt, terwijl de 1.6 de beste keuze is voor sportievelingen. Alleen jammer van de hoge prijs en de matige afwerking.