Achter dit Engels merk, dat halfweg de 19de eeuw op de markt kwam met naalden en onderdelen voor machines, gaat een pittoresk verhaal schuil. Op het einde van de 19de eeuw kwamen de eerste fietsen op de markt, naast de productie van wapens voor de Britse overheid. Dit gaf de aanleiding om het bedrijf “Royal Enfield” te noemen. Pas in 1909 kwamen de eerste motoren op de markt. De eerste wereldoorlog was een buitenkansje voor Enfield, want zij waren al leverancier aan het oorlogsdepartement. In 1933 kwam de eerste Bullet op de markt. Later, na 1945, evolueerde de Bullet verder en kreeg, onder andere, een ophanging achteraan.
Een contract met het Indiase leger had de bouw van een fabriek in Madras, India, als gevolg. Tegelijk brak er een moeilijke periode aan, en verdwenen er tal van Europese constructeurs die de strijd tegen de aantrekkelijke prijzen en het gebruiksgemak van de auto niet langer aankonden. Royal Enfield verdwijnt in 1970 uit Engeland, maar gaat verder in India waar ze het met de Zundapp opnemen tegen de vloedgolf van de beter afgewerkte en aantrekkelijke modellen uit Japan. Met de Bullet gaan ze ook verder, hij krijgt zelf een onverwacht succes in Europa door zijn “brand new vintage” statuut, of hoe met een gloednieuw oud model rondrijden!
In 1994 zien de zaken er nog beter uit na de overname van Enfield India door de invloedrijke Eicher groep. De inbreng van Eicher liet toe om de Bullet nog verder te ontwikkelen en hem ondermeer te voorzien van een elektrische startmotor. Om te voldoen aan de strenge Euro3 normen werd hij in 2008 ook uitgerust met een injectie, dat was trouwens noodzakelijk om het model verder te mogen verkopen op de Europese markten.
De meest aantrekkelijk Enfield, de Classic, werd voor het eerst aan het publiek voorgesteld op het salon van Keulen. Zijn retro look en bijzonder verzorgde afwerking liet niemand onverschillig, hij straalt gewoon nostalgie uit!