De Nano, die vijf jaar geleden gelanceerd werd met een prijs van 2.250 euro, kende echter nooit het verhoopte succes. Tata verkocht maar 75.000 exemplaren per jaar, ruim minder dan het aangekondigde doel. Ratan Tata heeft begrepen waarom.

De Tata Nano kreeg al snel de bijnaam ‘goedkoopste auto van Indië’, niet zozeer de auto met de beste verhouding tussen prijs en kwaliteit. De Nano werd volgens Ratan Tata symbool voor de plaatselijke lowcostauto, een synoniem voor goedkoop en een auto waarin je niet gezien wil worden. Hij besluit dat “we sterk geleden hebben onder dat imago, vandaar onze wil om het model te herpositioneren”.

Die herpositionering kan met de tweede generatie van de Nano, die iets duurder wordt en meer veiligheidsuitrusting krijgt, net als een zuinigere en sterkere motor (in elk geval meer dan de 37 pk nu). Tata wil aantonen dat het zich niet laat ontmoedigen door de ‘mislukking’ en blijft geloven in het concept van een goedkoop imago, zonder het bijhorende imago.