Enkele weken geleden kwam een Amerikaanse chauffeur van een Tesla Model S om toen hij tegen een vrachtwagen met oplegger reed. Uit onderzoek bleek dat de chauffeur met het semi-autonome rijsysteem “Autopilot” reed, waarmee de auto zelfstandig zijn rijstrook aanhoudt, van rijstrook wisselt, afremt en parkeert.

Het onderzoek toonde ook dat de chauffeur noch het Autopilot-systeem de vrachtwagen met oplegger had opgemerkt. Volgens specialisten kon het systeem de witte oplegger niet onderscheiden van de heldere lucht en remde de Tesla daardoor niet af. Ook de chauffeur zelf greep niet in, waardoor de experts vermoedden dat hij afgeleid was bij het rijden.

Naar aanleiding van het ongeval onderzoekt de Amerikaanse overheid het Autopilot-systeem. Een van de grootste Amerikaanse consumentenorganisaties, Consumer Reports, vraagt intussen om Autopilot aan banden te leggen tot het als veilig genoeg kan worden beschouwd. De organisatie vindt de naam “Autopilot” misleidend, en vindt het ongepast dat Tesla-klanten als proefkonijnen voor het systeem worden beschouwd.

Het magazine Business Insider vindt dan weer dat Autopilot niet mag worden beschouwd als een autonoom rijsysteem, maar als technologie die de veiligheid van een auto helpt te verhogen. Net zoals veiligheidsgordels, airbags en ABS ooit nieuwe ideeën waren die auto’s veiliger maakten, is Autopilot de volgende stap.

Tesla-eigenaars zelf blijven het systeem intussen verdedigen, en betreuren de misvatting die wordt gecreëerd dat het om een zelfrijdend systeem gaat. En Tesla zelf? Dat blijft het Autopilot-systeem verder updaten, en toont iets prominenter in de update dat de chauffeur zijn handen steeds op het stuur moet houden.