Echt gebouwd?

Het huidige gamma van Opel is op maat van Europeanen, maar we moeten erkennen dat het er in de jaren zestig anders aan toe ging. Kijk maar naar de Kapitän, Admiral en Diplomat: hoekige auto’s die passen bij de T-Bonesteak en Budweiser. Vergeet niet dat Opel onderdeel is van de groep General Motors.

Pk’s  

De Admiral, die een naam van voor de oorlog hergebruikt, werd geïntroduceerd in 1964. Terwijl de stijl groots uitpakt met veel Amerikaanse accenten, lijkt de motor eerder bescheiden: de 2,6 liter zescilinder telt maar 100 paarden. Iets anders dan Amerika en zijn grote V8-motoren ... Maar eindelijk besloot Opel in maart 1965 om een V8 van Chevrolet onder de motorkap van de Admiral te installeren, om de concurrentie het zwijgen op te leggen.        

Zware motor

In de ogen van de Amerikanen is deze V8 een small block, maar in Europa maakte hij indruk: 4,6 liter cilinderinhoud en een vermogen van 190 pk. Om The Star-Spangled Banner helemaal te kunnen zingen, plaatste Opel standaard een automatische Powerglide-transmissie met twee versnellingen. Hiermee lachte niemand nog en Opel kon uitpakken met een topsnelheid van ongeveer 200 km/u.  

Contrast

Gezien vanuit modern perspectief, lijkt de Admiral A V8 tijdloos. Het eerste wat opvalt, is het contrast tussen het grote koetswerk en de kleine banden. De Admiral lijkt wel een afkeer voor rondingen te hebben en ziet er meer uit als een koelkast met elementen van chroom. En dan is er nog de gigantische koetswerkoverhang achteraan.

Uitbundig interieur

Zodra je instapt, is er geen twijfel mogelijk: dit is Amerikaans. Om te beginnen door de felle rode kleur, maar ook door de ruimte met twee banken die zo lang en zo vlak zijn als een landingsbaan en tot slot door details zoals de versnellingspook achter het grote stuur en de vele chroomaccenten. In vergelijking met de droevige interieurs van de Opels die volgden, is dit wel heel flamboyant.

BRAOUM!

We draaien de sleutel om en de V8 wordt wakker in een overdonderend gebrul. Nee, je zit niet in een Corvette, maar in een Duitse sedan. Voet op de rem, de schakelhendel naar beneden in "D" en we gaan op weg voor een blokje om. Eerste indruk, na minder dan tien meter: geen twijfel mogelijk over de Amerikaanse oorsprong. Het te sterk bekrachtigde stuur is even zacht als onnauwkeurig, het rempedaal is zo zacht als een marshmallow en de geringste stoot gas schudt alles door elkaar.

American way of life

Vergeet de badge, de Admiral is een Amerikaanse sedan. Bij de minste bocht gaat het schip indrukwekkend rollen, terwijl zijn snuit omhoog vliegt zodra je het gaspedaal aanspreekt. Ondanks de kracht en het geluid van de V8, is deze Admiral vooral bestemd voor een rustige rit met cowboyhoed op het hoofd, cowboyschoenen en de hand nonchalant op de bovenkant van het stuur ... Leer de golven van de vering in te schatten en geniet van de borrelende V8, niets is beter om langs de oceaan te cruisen.