De Espace kwam in 1984 op de markt, een jaartje na de Amerikaanse Chrysler Voyager maar ruim voor alle andere Europese concurrenten. Het originele ontwerp stamde eigenlijk van het Franse bedrijf Matra, dat eerst bot ving bij Peugeot en dan maar bij Renault ging aankloppen om zijn ruimtewagen in productie te nemen. Na een moeizame start met 3.000 verkopen in het eerste jaar, groeide de Espace uit tot een groot succesverhaal: van vier generaties werden al 1.245.000 exemplaren gebouwd. Op het salon van Parijs in oktober zal Renault de vijfde generatie voorstellen.

Wij blikken graag nog even terug op drie erg bijzondere afgeleiden van de Renault Espace.

Espace F1

Renault F1 en Matra presenteerden in 1994 een heuse Formule 1-versie van de Espace II. Dit eenmalige prototype vierde de tiende verjaardag van de Espace en van Renaults F1-activiteiten. Aan de buitenkant lijkt het een opgeblazen Espace, maar onder het koetswerk van koolstofvezel ligt een V10 F1-motor met 800 pk centraal in de auto. Goed voor een spurt naar 100 km/u in 2,8 seconden!

Sbarro Espider

Studenten van de automobielschool Espera Sbarro ontwierpen in 1998 een Espace zonder dak of voorruit. Renault gaf advies voor het ontwerp, Matra zorgde voor de productie. Deze Espider met vijf zitplaatsen herinnerde aan de overwinningen van Matra in de 24 uren van Le Mans. Helaas kwam er geen vervolg.

Avantime

Akkoord, dit is geen Espace maar een zustermodel van de grote monvolume. Toen Matra de Espace III niet meer mocht bouwen, lanceerde het deze Avantime, een soort monovolume-coupé. Helaas liep de lancering heel wat vertraging op en vielen de verkoopcijfers tegen, waardoor de Avantime al na minder dan twee jaar en 8.450 exemplaren uit de handel werd gehaald. Wie er eentje heeft, rijdt nu al met een klassieker.

Tip: deze bijzondere modellen staan in het Matra-museum in het Franse Romorantin-Lanthenay.