Voor heel wat traditionele constructeurs lijkt het einde van de manuele bak in zicht. Dat gevoel wordt nog versterkt door de verkoopcijfers: bij Renault wordt bijvoorbeeld 1 auto op 6 verkocht met automaat. En hoewel vroeger alleen premiummerken en grote berlines met een automaat te verkrijgen waren, kan je vandaag ook je Twingo of Dacia Logan ermee uitrusten.
Waarom duurt het in Europa zo lang?
Automatisch schakelen kende de laatste tien jaar een grote stijging, maar werd ook heel uiteenlopend. De traditionele automaat, die als traag, veel verbruikend en luid werd beschouwd, zit nog levendig in de herinneringen. Toch ging de elektronica er geweldig op vooruit, waardoor de reactietijd werd verbeterd en er enkele verzetten bij kwamen.
Wat efficiëntie betreft, gaat er niets boven versnellingsbakken met dubbele koppeling. Ze zijn bovendien geschikt voor alle motoren. Gerobotiseerde bakken missen op hun beurt nog wat snelheid en vaak ook zachtheid. Continu variabele transmissies (CVT’s), bijzonder populair in Azië, kenden ook een hele metamorfose. Het koffiemoleneffect is grotendeels verdwenen. Een prima voorbeeld is de Multitronic-versnellingsbak van Audi.
Oplossingen voor de verschillende motoren op de Europese markt zijn er vandaag dus genoeg. Zelfs bescheiden auto’s zoals de Smart ForTwo of Renault Twingo hebben vandaag recht op een versnellingsbak met dubbele koppeling en komen zo vloeiend uit de hoek, ondanks een kleine en minder krachtige motor.
Wie denkt dat een automaat voor oude mensen is, verandert misschien wel van gedachte wanneer we zeggen dat het Ferrari-gamma vandaag uitsluitend uit automaten bestaat…