Sinds Porsche de Cayenne en Macan aan zijn catalogus heeft toegevoegd, verkocht het merk nooit zoveel auto’s. Vandaag is twee op de drie Porsches die de showroom uitrijden een SUV. Dat zette Alfa Romeo ertoe aan om dezelfde oefening te doen en de Giulia te transformeren tot Stelvio. Maar niet tot eender welke prijs: ook al moet de Stelvio de verkoop aanzwengelen, hij moet wel rijden als een echte Alfa Romeo. Ongeacht de hoogte van het koetswerk boven het asfalt…

Afwerking en uitrusting: punt voor Porsche

We beginnen traditioneel met het onderdeel afwerking en uitrusting. Dat begint al slecht voor de Stelvio: de Macan speelt namelijk op een ander niveau. De Italiaanse subtiliteit, met soms discutabele details, wordt bij de Stelvio weliswaar omgeruild voor koelere “deutsche Qualität”, vrij van kritiek is de Alfa niet. De “sportief-chique” sfeer valt in de smaak, maar de kwaliteit van sommige materialen en de assemblagekwaliteit van sommige onderdelen is soms nipt.

De Porsche is echter niet vrij van kritiek: hij zweert bij de filosofie “een knop per functie”, waardoor zijn dashboard en middenconsole bezaaid zijn met knoppen. Bij de uitrusting ontbreken er wel wat zaken bij de Alfa Romeo, bij de Porsche is de optielijst eindeloos. De prijzen zijn dan wel niet van de minste…

Comfort: punt voor Porsche

De Stelvio is 5 centimeter langer dan de Giulia waar hij van is afgeleid. Zijn totale lengte bedraagt 4,69 centimeter. Op enkele millimeters na hetzelfde als de Macan. De Alfa lijkt zijn centimeters beter te gebruiken: de ruimte achteraan is groter, net als de koffer. 525 liter, tegenover 500 liter voor de Macan.

Het punt gaat toch naar Porsche, dankzij zijn optionele gestuurde ophanging. Kruis de optie aan (€ 2.758) en je krijgt een aanpasbaar wegcontact, van ronduit comfortabel tot radicaal (in Sport+). De Stelvio heeft steeds te harde accenten die aan het rijcomfort knibbelen. Eind dit jaar zou er eveneens een gestuurde ophanging volgen, die dat probleem moet verhelpen.

Motor: punt voor Alfa Romeo

Rij je loodvrij en wil je de Stelvio in zijn krachtigste benzineversie (op de 510 pk sterke Quadrifoglio na, uiteraard), dan kies je voor de 2.0 turbobenzine van 280 pk, gekoppeld aan vierwielaandrijving en een achttrapsautomaat. Bij Porsche is de technisch meest verwante Macan eveneens een 2.0 viercilinder turbobenzine, die 252 pk produceert (vierwielaandrijving en PDK-bak met zeven verzetten).

Dankzij zijn duidelijk lichter platform zet de Stelvio een betere verhouding gewicht/prestaties en ronduit betere prestaties neer dan de “basis”-Macan. Om de Italiaanse SUV het hoofd te kunnen bieden, moet je een trapje hoger gaan en de Macan S bestellen. Met de 3.0 V6 van 340 pk redt de Porsche de eer.

Weggedrag: gelijkspel

Bij de eerste bochten valt de dynamische efficiëntie van de Stelvio op. Zo snedig hadden we hem niet verwacht. De koets van de Alfa rolt nauwelijks en hij duikt met plezier in de bochten. Het directe stuur duwt de vooras met tonnen grip richting apex. De achterkant betrek je bij het spel door het gas te lossen en het gewicht te verplaatsen, of door via de vierwielaandrijving met de voorkeur voor de achterwielen op het gas te gaan. Om het plaatje af te maken hadden we iets meer naturel in het stuur gewild en een steviger bijtend rempedaal.

Dynamisch hoeft de Porsche niet onder te doen. Algemeen lijkt de Macan iets meer neuszwaar aan te voelen. Onze Macan S woog leeg 1.865 kilogram (maar gezien de uitvoerige opties leek hij nauwelijks “leeg”), vlot 205 kilogram meer dan onze Stelvio. Ondanks zijn ouder platform zet Porsche een van de meest efficiënte SUV’s op de markt.

Prijs: punt voor Alfa Romeo

De Stelvio 280 Q4 begint vanaf € 50.550. Stel je je tevreden met de minder krachtige Macan-viercilinder (252 pk), dan betaal je al iets meer: € 58.781. Ga je voor de Porsche Macan S met V6 van 340 pk, dan loopt de teller door tot € 64.347,80. Dat is zowat € 15.000 meer dan de Stelvio. En de rekening loopt nog verder op als je voor een even royale uitrusting kiest als onze testwagen. Aan de andere kant: qua herverkoopwaarde zit je met de Macan natuurlijk een stuk hoger dan met de Stelvio.

Besluit: gelijkspel

De Stelvio moet onderdoen voor de Macan op vlak van afwerking en uitrusting. Maar de prijs van die laatste is op zijn zachtst gezegd elitair. De verhouding prijs/prestaties is daarom interessanter bij de Alfa Romeo. Dynamisch en praktisch hoeft de Stelvio nauwelijks toegeven aan de Macan. En dat is gezien het hoge niveau van de Macan uitstekend nieuws.