Never change a winning team. BMW en Audi weten dat als geen ander. Tenminste: als het op styling aankomt. De Q5 en X3 zijn succesmodellen en surfen dus op dezelfde golf voort. Op het eerste gezicht is het dus moeilijk om te zeggen of je met de nieuwe generatie te maken hebt. De stijl en de afmetingen veranderen immers nauwelijks. Maar in beide gevallen stoppen de gelijkenissen met hun voorgangers daar. Technisch krijgen deze twee modellen namelijk een nieuwe, modernere basis waardoor ze aanspraak maken op de laatste nieuwe Audi- en BMW-snufjes.

Afwerking en uitrusting: punt voor Audi

Beide modellen maakten van de nieuwe generatie gebruik om nog een trapje hoger op de luxeladder te staan, en hoeven dus nog maar weinig onder te doen voor hun grote broers, de Q7 en X5. In beide gevallen is de presentatie verzorgd, de ergonomie uitgekiend en de assemblagekwaliteit voorbeeldig. Toch is de afwerking van de Audi Q5 net iets minutieuzer en voelen de materialen aangenamer aan.

In de Audi-catalogus staan er ook enkele zaken op de optielijst die we bij BMW niet terugvinden. Zo is er de luchtvering, de verschuifbare achterbank of de compatibiliteit van het infotainmentsysteem met Android Auto. Met de optionele “Virtual Cockpit” oogt het dashboard van de Q5 eveneens moderner. Het eerste punt is dus voor Ingolstadt.

Comfort: punt voor Audi

Audi haalt ook het tweede punt binnen, dat van het comfort. Maar opnieuw is er een fotofinish voor nodig. De BMW X3 heeft een nieuw platform dat van de grote 5- en 7-Reeks komt en rkijgt zo een betere gestuurde ophanging dan voordien. Ook zijn geluiddemping profiteert daarvan. Maar opnieuw doet de Q5 net iets beter: zijn luchtvering vlakt alle oneffenheden weg. Tegelijk is zijn 2.0 TDI beter gedempt dan de BMW.

Motor: punt voor BMW

Maar de BMW neemt revanche: het samenspel tussen motor en versnellingsbak is uitstekend. Op de instapdiesel na, de 18d, die het moet stellen met een manuele zesversnellingsbak, biedt BMW de uitstekende Steptronic-automaat (van ZF-makelij) met acht verzetten aan op al zijn X3’s. Bij Audi is er ook een automaat, maar alleen op de krachtigste motoren. In de 2.0 TDI viercilinder is het de huiseigen S-Tronic-zeventraps met dubbele koppeling die we terugvinden. Die werkt efficiënt, maar laat zich af en toe op een inschattingsfoutje betrappen.

Voor de cijfernerds: beide kemphanen zetten gelijkaardige prestaties neer: de X3 xDrive 20d (190 pk) Steptronic produceert 400 Nm tussen 1.750 en 2.500 tpm, doet 8 seconden over de oefening naar 100 km/u en haalt een topsnelheid van 213 km/u. De Q5 2.0 TDI 190 Quattro S-Tronic produceert eveneens 400 Nm, tussen 1.750 en 3.000 tpm. 0-100 km/u duurt bij hem 7,9 seconden en zijn topsnelheid ligt op 218 km/u.

Weggedrag: punt voor BMW

De strijd is spannend: tot nu toe geven beide concurrenten geen duimbreed toe. Op de weg is dat niet anders, al trekt hier de BMW X3 aan het langste eind. Op de weg voelt hij dynamischer, snediger en scherper aan dan de Audi. Die filtert de sensaties meer. Treed je dan weer van de platgereden banen af, dan heeft de Audi Q5 zijn optionele luchtvering om zijn koetswerk hoger te leggen. In de “off-road”-modus beschik je daardoor over een bodemvrijheid van 23 centimeter, tegenover 20 centimeter in de X3. Maar al bij al profileren deze twee SUV’s zich niet als fanatieke off-roaders.

Prijs: gelijkspel

Audi zet zijn Q5 2.0 TDI 190 Quattro S-Tronic in de catalogus vanaf € 48.590. Dat is zowat dezelfde prijs als de BMW X3 xDrive 20d Steptronic, die € 48.550 kost. In beide gevallen is de standaarduitrusting aanvaardbaar maar niet uitgebreid. Je moet uiteraard nog enkele duizenden euro’s extra opleggen voor courante zaken in het premiumsegment.

Ook fiscaal zijn beide modellen aan elkaar gewaagd, met een gelijkaardige CO2-uitstoot: om en bij 130 g/km afhankelijk van de aankleding. In beide gevallen kan je kiezen voor een 163 pk-versie om minder BIV te betalen in Brussel en Wallonië.

Besluit: gelijkspel

Geen verrassing: zulke nek-aan-nekrace moest wel in een gelijkspel eindigen. BMW en Audi hebben kosten noch moeite gespaard om zich niet de loef af te laten steken door hun eeuwige rivaal. Op die manier kunnen ze ook de horde nieuwe concurrenten aan die het segment zijn komen bevolken. Beide modellen hebben hun klassieke kwaliteiten nog steeds en hebben hun mindere kantjes weggegomd. Daardoor blijven ze wat traditioneel en braaf… en kunnen ze hun prijzen nog meer opdrijven als je alle elektronische en technologische gadgets wilt die ze aanbieden.