Het lijkt wel een oorlogje in de zandbak. Maar toch: voor liefhebbers met een competitiegeest blijft het verdict van de chronometer heilig. Vooral op zo’n veeleisend circuit als de Nürburgring. De strijd om de beste tijd zet de ingenieurs ook aan om nieuwe, meer doeltreffende technische oplossingen te bedenken. Soms zelfs iets te extreem. Dat kun je wel zeggen van de Trophy R-variant, ontworpen om het record van de Seat Leon Cupra af te snoepen.

250 exemplaren

De onttroning door Seat prikkelde Renault, dat zijn sportafdeling de opdracht gaf om de Mégane wat extra anabolen te geven. De RS coupé kreeg een nieuwe, zeer exclusieve Trophy R-versie. Hij is exclusief door het lage productieaantal (maar 250 stuks), maar ook door zijn extreem doorgedreven sportiviteit.

De achterbank verdween, de achterruit heeft geen ruitenwisser meer, de voorzetels werden vervangen door kuipstoelen in licht polycarbonaat en alle geluiddempende materialen verdwenen. Uiteindelijk weegt de Trophy R een honderdtal kilo minder dan de Mégane Trophy.

Pluimgewicht

Door onder de grens van 1.300 kg te duiken, komt de Mégane met een honderdtal kilogram minder aan de start dan de Seat Leon Cupra. Dat argument weegt zwaar door wanneer je op het circuit rijdt na het zondagse ritje op de weg voor de koffiekoeken. In dagelijks gebruik blijft de Seat Leon Cupra veelzijdiger.

Instappen en gaan zitten lukt bijvoorbeeld al veel gemakkelijker dan in de sportstoelen van de Renault. Je behoudt ook vijf zitplaatsen in de Seat, wat zeker van pas komt. Door de goede geluiddemping is een uitstap van meer dan 50 km zeker mogelijk zonder dat je een voorraad Dafalgan moet meenemen.

De Mégane RS Trophy R trekt zich niets aan van die details. Hij maakt meteen duidelijk waar het om draait: het volstaat om in de kuipzetel te gaan zitten en het veiligheidsharnas te sluiten om te begrijpen dat het vooral om sport draait in dit model.

Hargneux

Op papier heeft de motor van de Seat een klein voordeel door de beschikbaarheid van een variant met 280 pk. De 2.0 turbo in de Mégane RS evolueert van 265 pk in het basismodel naar 275 pk in de Trophy R. Verduiveld knap is de Akrapovic-uitlaat die op maat gebouwd werd voor deze circuitauto. Bij de minste acceleratie zingt hij geweldig. Dan klinkt de Seat eerder ingetogen en zelfs kunstmatig in de Cupra-modus die het stemgeluid verhoogt.

Qua sensaties stellen we hetzelfde vast. De 2.0 TFSI van de VW-groep presteert goed bij alle toerentallen, maar de Franse motor heeft wat meer ziel wanneer je de rode zone opzoekt. Met een kleine dot gas bij de laatste 2.000 tr/min transformeer je de Trophy R in een furie.

Plankgas

Op een goed wegdek zoals een biljartvlak circuit steekt de Mégane RS Trophy R met kop en schouders van de Seat Leon Cupra uit. Niet dat de Seat ontgoochelt. Integendeel, hij heeft een dynamisch weggedrag. Maar het blijft een ‘gewone’ auto, terwijl de Trophy R ontegensprekelijk de sportieve kaart trekt met zijn GKN-zelfsper, instelbare Ohlins-ophanging en Michelin Pilot Sport Cup 2-banden die specifiek voor dit model ontwikkeld werden.  

Met zo’n arsenaal tovert de Fransman al bij de eerste bocht een glimlach op je gezicht. En dat plezier blijft, want de Trophy R onderscheidt zich voorts door zijn heel nauwkeurige voortrein en de opmerkelijke uithouding en bijtkracht van de vergrote remmen.

Ophanging

In vergelijking met deze machine die op maat van de autosport is gemaakt, lijkt de Leon Cupra natuurlijk saaier. Maar ook hij verbaast. Hij is niet zo exuberant als de Mégane, maar volgt zijn tempo zonder al te veel moeite. Gezien zijn polyvalentie is dat indrukwekkend.

De Seat stelt alleen wat teleur om met zijn iets te rustige, geleidelijke karakter voor een sportieveling. We hadden een extra dosis plezier gewild, met een achtertrein die even beweeglijk is als in de Focus ST bijvoorbeeld. Op hobbelige wegen daarentegen verteert de gestuurde ophanging van de Leon Cupra oneffenheden veel beter dan de Mégane Trophy R.   

Conclusie

Op het vlak van pure prestaties wint de Mégane RS Trophy R deze vergelijking duidelijk. Maar kunnen we die nog beschouwen als een seriemodel? De radicale uitrusting beperkt zijn actieterrein, zorgt voor een zware factuur en maakt er eerder een collector’s item van. De Seat Leon Cupra verbaast. Hij is veelzijdiger en kan bijna hetzelfde ritme aanhouden maar heeft niet dat exuberante accent dat de Fransman zo aantrekkelijk maakt.