We keren terug naar de jaren ’70. Renault verraste vriend en vijand in het Formule 1 met zijn eenzitters met V6-turbo, een première. Het begin was moeilijk en ging gepaard met regelmatige pannes, maar tegen het einde van het decennium slaagden de Fransen erin om de betrouwbaarheid aanvaardbaar te maken. En dus vond de turbo langzaam maar zeker zijn weg naar de productiemodellen. Destijds was dat een kleine revolutie…
De sleeper bij uitstek
Aan de vooravond van de jaren ’80 maakte namelijk slechts een handvol heel exclusieve auto’s gebruik van deze “magische blaaspijp”… En tussen die wilde bende stelde Renault zijn R18 Turbo voor. Het was een onwaarschijnlijk model aangezien de Renault 18 verder een oersaaie berline was: een motor met zijdelingse distributie, een eigentijds maar wat karakterloos design, een starre achteras en voorwielaandrijving. Door er een turbo in te gooien en hem de prestaties van de beste GTI’s van zijn tijd te geven veranderde hij in de gezinsberline bij uitstek voor sportieve ouders die hun brave imago wilden behouden.
Tot 125 pk
De klassieke motor van 1,6 liter gebruikte zijn turbo om 110 pk te ontwikkelen. Hij was gekoppeld aan een manuele versnellingsbak en beloofde een topsnelheid van 185 km/u en een sprint naar 100 km/u in een dikke 10 seconden. Vandaag lijken dat matige tijden, maar destijds waren dat zeer respectabele waarden. Doorheen de jaren bleef Renault het model verder verfijnen. Er volgde een break, het vermogen ging naar 125 pk en er kwam zelfs een automatische versnellingsbak (met 3 verhoudingen).
5 dingen die je moet weten voor je koopt:
- De R18 Turbo was in productie van 1980 tot 1985 maar lijkt vandaag volledig uit het straatbeeld verdwenen.
- Een mooi exemplaar brengt maximaal 7.000 euro op.
- De techniek is solide, maar wees voorzichtig met de turbo.
- De afwerking is behoorlijk triestig.
- Ga voor een manuele versnellingsbak om het potentieel van het model te kunnen benutten.